Lees hier de AOW-bedragen per 1 juli 2025

Per 1 juli 2025 worden de AOW-bedragen verhoogd. De overheid heeft de nieuwe bedragen bekend gemaakt. In deze blog vind je een overzicht van de belangrijkste bedragen en de betaaldata voor 2025. De bedragen zijn bruto en netto per maand, met en zonder de loonheffingskorting.

De bedragen zijn verhoogd ten opzichte van januari. De AOW-bedragen zijn gekoppeld aan het netto minimumloon. Per 1 juli zijn de bedragen van het bruto minimumloon verhoogd met 2,4% van € 14,06 per uur naar € 14,40 per uur.

De AOW-uitkering voor een alleenstaande is gebaseerd op 70% van het netto minimumloon. De AOW-uitkering voor mensen met een partner is gebaseerd op 50% van het netto minimumloon. Samen is dat dus 100% van het netto minimumloon. Let op, er geldt een ingewikkelde rekensystematiek waarmee de AOW wordt verhoogd. Hierdoor is de AOW niet met 2,4% verhoogd. Hierover kun je meer lezen in deze blog.

De verhoging van de AOW-uitkering ten opzichte van januari 2025 voor mensen met een partner is 2,1% en voor alleenstaanden 2,0%.

AOW bedragen vanaf 1 juli 2025

Per 1 juli 2025 zijn de AOW-bedragen als volgt:

De bruto AOW-uitkering voor mensen met een partner bedraagt € 1.103,97 per maand.
Het vakantiegeld bedraagt € 71,71.
De netto AOW-uitkering voor mensen met een partner bedraagt per maand € 1.045,91.
Zonder heffingskorting is dat € 848,41 netto per maand.
Deze bedragen zijn per persoon. Dus samen met je partner ontvang je in totaal het dubbele.

De bruto AOW-uitkering voor een alleenstaande bedraagt € 1.612,44 per maand.
Het vakantiegeld bedraagt € 100,39.
De netto AOW-uitkering voor alleenstaanden bedraagt per maand € 1.527,63.
Zonder heffingskorting is dat € 1.238,76 netto per maand.

Dit zijn de AOW-bedragen per juli 2025 uitgaande van een volledige AOW. Mensen met buitenland jaren worden gekort op de AOW-uitkering. De korting is 2% per jaar dat je niet in Nederland bent geweest.

Krijg je al een uitkering van de overheid, dan kun je voor een gedetailleerd overzicht inloggen op mijnsvb.nl.

Betaaldata AOW 2025

  • 22 mei 2025 incl. vakantiegeld
  • 23 juni 2025
  • 23 juli 2025
  • 21 augustus 2025
  • 23 september 2025
  • 23 oktober 2025
  • 24 november 2025
  • 22 december 2025

In mei wordt het vakantiegeld uitbetaald.

Foto: cottonbro studio – Pexels.com

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

73 reacties

  1. Beste Jan, Fijn dat je wederom nu al de nieuwe bedragen bekend maakt. Omdat ik al sinds herfst vorig jaar aow ontvang en jouw blogs volg, werd ik nieuwsgierig naar de berekening. Met behulp van jouw uitleg en wikipedia (https://nl.wikipedia.org/wiki/Algemene_Ouderdomswet) is het me uiteindelijk eind vorig jaar gelukt om de berekening in excel te maken voor eerste helft 2025. Het wachten is alleen op de bekendmaking van het referentiemaandloon want dat wordt als uitgangspunt gebruikt. Het referentiemaandloon ingaande 1 juli 2025 vond ik begin april al op het internet: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/04/01/kamerbrief-indexatie-wettelijk-minimumloon-per-1-juli-2025
    Fijn om te constateren dat de bedragen die ik al begin april voor mijzelf berekend had overeenkomen met hetgeen jij als expert nu publiceert. Is dus een bevestiging dat mijn excel berekening nu voor de tweede keer (voor eerste helft 2025 en nu voor tweede helft 2025) op wat hele kleine afrondingen na goed werkt.
    Ga vooral door met je blogs, zijn nuttig en leerzaam.
    Wanneer je aow informatie googled kom je veel (nieuws) sites tegen die dezelfde informatie van elkaar naäpen. Echter de meest betrouwbare/juiste informatie is eigenlijk alleen bij jullie te vinden. Mijn complimenten.

  2. Klopt het bedrag voor mensen gehuwd met heffingskorting? Dit betekend een verhoging van 0,76 cent t. O. V. Eerste helft van dit jaar

    1. Eerste helft 2025 (zie de desbetreffende blog)
      bruto per maand: € 1081,50
      vakantiegeld bruto per maand: € 73,18
      netto uitbetaling per maand: € 1024,62 met loonheffingskorting (dus alleen 5,26% ZVW wordt ingehouden, 1081,50 minus 5,26% = 1024,62.

      Tweede helft 2025:
      bruto per maand: 1103,97
      vakantiegeld bruto per maand: € 76,04
      netto uitbetaling per maand: € 1045,90 met loonheffingskorting (dus alleen 5,26% ZVW wordt ingehouden, 1103,97 minus 5,26% = 1045,90

      Oftewel netto een verhoging van 1045,90 minus 1024,62 = € 21,28

      Bovenstaande geldt uiteraard alleen wanneer er sprake is van volledige aow opbouw. Lees altijd in NL gewoond en gewerkt.

      1. Ik vraag me af of je wel rekening gehouden hebt met de afbouw Algemene Heffingskorting die ontstaat na de verhoging van het WML per 1 juli 2025 in combinatie met 8% vakantiegeld. Vanwege deze afbouw wordt het vakantiegeld bij WML stukken zwaarder belast, netto dus lager waardoor ook de AOW incl. VT met 70% of 50% een stuk lager wordt.

        1. De genoemde netto bedragen zijn van toepassing wanneer loonheffingskorting toegepast wordt. Met andere woorden er wordt geen loonheffing ingehouden (alleen zvw). Afbouw van de heffingskorting is dan ook niet van toepassing op de aow (en bijbehorende vakantietoeslag) uitkering. De afbouw van de algemene heffingskorting begint pas bij een inkomen van € 28406. De aow incl. vakantiegeld blijft hier ver onder.
          Dus ook van de genoemde bruto vakantiegeld bedragen wordt alleen zvw ingehouden wanneer je bij de svb loonheffingskorting aangezet hebt. Op mijnsvb staan de betalingsdetails en zie je wat er in je persoonlijke situatie ingehouden wordt.

          1. De afbouw AHK is enkel van toepassing bij het bepalen van het referentie WML van 1-7-2025 incl. vakantiegeld. Door de combinatie van verhoging WML en 8% vakantiegeld komt dat referentiejaarloon boven de grens van 28406 euro. Die grens is voor 2025 (voor het eerst!) vastgelegd obv het WML van 1-1-2025. Ik denk niet dat die AHK grens gedurende het jaar verandert. Dat betekent dat er een afbouw van 40 euro x 2 is 80 euro op het referentie WML van toepassing is. Oftewel 80 euro meer belasting. AOW incl .vakantiegeld is netto 50% of 70% van het referentie WML loon. Bruto AOW+VT% wordt berekend o.bv. die 50% of 70% WML+VT%. Dat zou betekenen dat het gereserveerde vakantiegeld per 1-7-25 lager wordt dan voor die datum.

  3. Als reactie op Karel:
    In de blog “Waarom stijgt de AOW minder dan het minimumloon?” worden de stappen beschreven hoe je van het bruto referentie maandloon (dus niet het wettelijke minimumloon) tot een netto loon komt wat op zijn beurt de basis is om tot het bruto aow loon te komen. Er wordt een paar keer van bruto naar netto en omgekeerd gerekend en de ene keer worden de belastingtarieven en de algemene heffingskorting gebruikt voor leeftijd onder aow en een andere keer de belastingtarieven en de algemene heffingskorting voor leeftijd vanaf aow. Dit resulteert in een complexe berekening waarbij je snel door de bomen het bos niet meer ziet omdat je in het eerste deel van de berekening rekent met de regels die gelden voor de situatie lager dan aow leeftijd en in het tweede deel van de berekening met de regels die gelden voor de situatie vanaf aow leeftijd.
    In stap 2 van genoemde blog staat ook dat op het eerste stukje van de berekening gerekend wordt met 2 x algemene heffingskorting voor leeftijd onder aow (2 x € 3068). afbouw AHK wordt dus buiten beschouwing gelaten.
    Berekening van het vakantiegeld:
    bovenstaande exercitie om de bruto aow uit te rekenen doe je nog een keer maar dan uitgaande van referentiemaandloon x 12,96 (dus incl. vakantiegeld). Het verschil van de bruto aow zonder en met vakantiegeld is het bruto vakantiegeld. In de berekeningen wordt nergens met afbouw AHK rekening gehouden. Het is en blijft een ingewikkelde berekening die mij, ondanks de hulp van de diverse blogs en de vermelde wikipedia link, de nodige hoofdbrekens heeft gekost.
    Al met al meldt deze blog alleen maar de nieuwe aow bedragen zoals die ergens medio juni door de svb bekend gemaakt gaan worden (en als het goed is komt e.e.a. met elkaar overeen, waarbij de bedragen die de svb publiceert leidend zijn).

    1. Op deze site van de Rijksoverheid staat ook een voorbeeld van de berekening. Hier 2017.
      Je ziet dat er wel degelijk met de afbouw AHK rekening wordt gehouden.
      https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2017/08/02/aow-vakantietoeslag

      Je moet inderdaad per jaar 12 berekeningen bruto-netto maken. Per halfjaar 2 van het WML referentieloon en 2 van de 50% AOW en 2 van de 70% AOW. Eentje incl. en eentje excl. 8%. En dat zijn dus 2x3x2=12 berekeningen per jaar. Tot 2025 speelde in ieder geval voor de 2×2 WML berekeningen de afbouw AHK mee omdat die grens onder het WML-jaarloon lag. Vanaf 2025 is de grens voor iedereen opgetrokken naar het WML van januari en daardoor speelt dit nog maar bij 1 van de 12 berekeningen mee, namelijk WML juli incl. VT. (Tabeljaarloon 29.052) Omdat het netto bedrag WML de basis vormt voor de AOW bedragen, netto en bruto, heeft de afbouw dus indirect gevolgen voor de AOW. Vanaf 2025 alleen voor vakantiegeld in de tweede helft van het jaar. Dat het vakantiegeld in de tweede helft lager ligt dan in de eerste helft is in het verleden ook vaker gebeurd.

      1. Ik had liever gezien dat de minister de afbouwgrens AHK niet op het WML van januari had gebaseerd, maar een stuk hoger zodat dit bij geen enkele berekening WML/AOW speelde. En omdat in december het WML van juli nog niet bekend is, zou je kunnen bedenken WML van januari+1000 euro of van mijn part + 2000 euro. Helaas heeft de minister wat dat betreft geen vooruitziende blik gehad…

      2. Voor de duidelijkheid in voorbeeld van 2017:
        WML 1 juli 2017, de Algemene Heffingskorting (2x) is 4508.
        En in de kolom ernaast incl. 8% is die 4484 euro, lager dus.
        E.e.a. conform art. 9 lid 4 AOW.

        Niet alleen door de hogere belastingschijf toen, maar ook door de lagere AHK is dan de totale belasting per jaar/maand hoger.
        Dat belastingschijvenverschil dat hebben we nu niet meer, daarvoor ligt de grens naar de tweede schijf te hoog.

        1. Bedankt voor de link naar de situatie in 2017. Leuk om wat kennis te delen. Sindsdien lijkt er toch wel wat veranderd te zijn. Ik zal hieronder de huidige situatie voor tweede helft 2025 trachten uit te schrijven voor de situatie partner met heffingskorting.
          Uitgangspunt is niet wettelijke minimum maandloon omdat dat inmiddels vervangen is door een wettelijk minimum uurloon. Voor de berekening van o.a. AOW dient uitgegaan te worden van het referentiemaandloon (was eerste helft 2025 € 2191,80 bruto per maand), wordt tweede helft 2025 € 2245,80 bruto per maand.

          € 2245,80 p/m x12 = € 26949,60 bruto per jaar
          wordt afgerond op veelvoud van 54 i.v.m. maandtabel voor de belasting geeft € 26946,00
          loonheffing box 1 lager dan aow leeftijd (35,82%) = € 9652
          2 x algemene heffingskorting lager dan aow leeftijd is 2 x € 3068 = € 6136
          netto loonheffing dus € 9652 -/- € 6136 = € 3516
          referentie netto loon per maand (€ 26949,60 -/- € 3516)/12 = € 1952,80
          Netto aow is dan 50% (of 70% voor alleenstaande) van € 1952,80 = € 976,40 per maand

          Nu gaan we dit bruteren conform de belastingpercentages en heffingskorting die gelden vanaf aow leeftijd.
          heffingskorting is € 1536 per jaar, dus € 128 per maand
          belasting (17,92%) en zvw (5,26%) = tesamen 23,18%
          de bruto aow wordt dan (€ 976,40 -/- € 128)/0,7682 = € 1104,40
          Dit valt in de loonklasse (veelvoud van 4,5): € 1102,50
          per jaar dus 12 x € 1102,50 = € 13230
          loonheffing (17,92%) = € 2370
          heffingskorting € 1536
          netto belasting per maand dus (€ 2370 -/- € 1536)/12 = € 69,50
          Om de bruto aow per maand te bereiken tellen we het netto maandbedrag en de netto belasting bij elkaar op en voegen de zvw premie toe: (€ 976,40 + € 69,50)/(1-0,0526) = € 1103,97 bruto aow per maand. (is gelijk aan het bedrag in de blog)
          netto aow per maand is dan € 1103,97 -/- 5,26% zvw = € 1045,90 (is gelijk aan het bedrag in de blog.

          En dan nu het vakantiegeld:
          referentiemaandloon € 2245,80 * 12,96 = € 29105,57 bruto per jaar
          wordt afgerond op veelvoud van 54 i.v.m. maandtabel voor de belasting geeft € 29052,00
          loonheffing box 1 lager dan aow leeftijd (35,82%) = € 10406
          2 x algemene heffingskorting lager dan aow leeftijd is 2 x € 3068 = € 6136 (er wordt dus geen rekening gehouden met afbouw algemene heffingskorting ondanks het feit dat het referentie jaarloon incl. 8% vakantietoeslag hoger is dan € 28406)
          netto loonheffing dus € 10406 -/- € 6136 = € 4270
          referentie netto loon per maand (€ 29105,57 -/- € 4270)/12 = € 2069,63
          Netto aow is dan 50% (of 70% voor alleenstaande) van € 2069,63 = € 1034,82 per maand.
          Nu gaan we dit bruteren conform de belastingpercentages en heffingskorting die gelden vanaf aow leeftijd.
          heffingskorting is € 1536 per jaar, dus € 128 per maand
          belasting (17,92%) en zvw (5,26%) = tesamen 23,18%
          de bruto aow wordt dan (€ 1034,82 -/- € 128)/0,7682 = € 1180,44
          bruto vakantiegeld is het verschil van beide bruto bedragen, dus het verschil van € 1180,44 en € 1104,40 = € 76,04 (is gelijk aan het bedrag in de blog)
          In de eerste helft 2025 was het bruto vakantiegeld € 73,18 per maand. Zowel aow als vakantiegeld stijgt dan ook in tweede helft 2025.

          Als je de berekening voor eerste helft 2025 zou willen maken ga je uit van het referentie maandloon van € 2191,80. En zou je e.e.a. voor een alleenstaande willen berekenen voor 2025 (niet voor eerdere jaren) vervang dan 50% door 70%.

          Voorzichting denk ik dat door niet meer kunnen rekenen met wettelijk minimum maandloon (immers er waren werknemers die het wettelijk minimum maandloon ontvingen bij een 36 uurs werkweek maar ook werknemers met een 40 uurs werkweek, en dus eigenlijk een lager uurloon hadden) is overgegaan naar een wettelijk minimum uurloon. Maar dat is blijkbaar niet bruikbaar voor het berekenen van uitkeringen zoals o.a. de aow. De oplossing is blijkbaar gevonden door een referentie maandloon in het leven te roepen. Het referentiemaandloon zal vast wel ergens een relatie hebben met het minimum (uur) loon maar dat boeit me niet. Wellicht wordt door deze wijziging niet meer gekeken of het jaarloon boven de grens uitkomt waarop afbouw heffingskorting begint. Referentie maandloon is in mijn beleving dan ook alleen een rekenkundig getal en geen werkelijk loon wat aan iemand bruto uitbetaald zou moeten worden.

          Ik kijk nu al uit naar oktober/november wanneer vermoedelijk het referentie maandloon voor eerste helft 2026 bekend wordt en wat de belasting percentages en heffingskortingen zijn voor 2026 om mijn berekening te toetsen.

          Wat ik jammer vind is dat iemand die alleen aow ontvangt nooit alle heffingskortingen kan verzilveren, terwijl die persoon als minstverdienende partner voor de aow leeftijd wel de AHK uitbetaald kon krijgen onder voorwaarden. Helaas lijkt/blijkt uitbetaling AHK aan minstverdienende partner te vervallen zodra de minstverdienende de aow leeftijd bereikt.

          1. In principe klopt dat, behalve dan de juiste toepassing van Art.22 van de Wet LB 1964 waar art 9. AOW naar verwijst:
            Voor werknemers: De algemene heffingskorting bedraagt € 3.068, verminderd, doch niet verder dan tot nihil, met 6,337% van het gedeelte van het belastbare loon dat meer bedraagt dan € 28.406.

            Overigens gebruik ikzelf een brute force algoritme om bruto te bepalen en kom zo 1 cent lager uit door waarschijnlijk ergens een afrondingsverschil. In de praktijk komt SVB vaak met hoger bruto dan nodig is.

  4. @Herbert, Mijn Excel weergave, minimale AOW bedragen.

    2025-2 WML WML+VT VT AOW 70% AOW 70%+VT AOW 50% AOW 50%+VT

    Bruto 2245,80 2425,47 1612,43 1712,57 1103,96 1175,74
    ZVW% 5,26 5,26 5,26 5,26
    ZVW-premie 84,81 90,08 58,06 61,84
    Tabelloon/Jr 26946,00 29052,00 19332,00 20520,00 13230,00 14094,00
    Loonhef.% 35,82 35,82 17,92 17,92 17,92 17,92
    Loonheffing 9652,00 10406,00 3464,00 3677,00 2370,00 2525,00
    Max. AHK 3068,00 3068,00 1536,00 1536,00 1536,00 1536,00
    Afbouw v.a. 28406,00 28406,00 28406,00 28406,00 28406,00 28406,00
    Afbouw% 6,3370 6,3370 3,1700 3,1700 3,1700 3,1700
    Deel boven 0,00 646,00 0,00 0,00 0,00 0,00
    Áfbouw AHK 0,00 40,00 0,00 0,00 0,00 0,00
    AHK dus 3068,00 3028,00 1536,00 1536,00 1536,00 1536,00
    AHK 2x 6136,00 6056,00
    Belasting/Jr 3516,00 4350,00 1928,00 2141,00 834,00 989,00
    Belasting/Mnd 293,00 362,50 160,66 178,41 69,50 82,41
    Netto/Mnd 1952,80 2062,97 1366,96 1444,08 976,40 1031,49

    Bruto VT 179,67 100,14 71,78
    Netto VT 110,17 77,12 55,09

    AOW moet zijn
    a 70% 1366,96 1444,08 77,12
    a 50% 976,40 1031,49 55,09

    1. Ik heb 1 vraag de algemene heffingskorting moet je toch toepassen waar je het meeste verdiend.
      Nu is ons pensioen hoger dan de aow dus dit toegepast op het pensioen met als gevolg dat mijn man maar 831 euro aow ontvangt ipv 1131.
      Kan iemand mij uitleggen hoe of wat want eigenlijk vind ik dit oneerlijk.

  5. @Karel,
    Een hoop getallen in uw kolommen 1,2,3 en 5 komen ook voor in mijn berekeningen.
    De methodiek zoals die in 2017 gold, geldt mogelijk nu niet meer. Ik kan geen wetswijzigingen vinden (heb er ook niet uitputtend naar gezocht).
    Het wel/niet toe moeten passen van de afbouw AHK is een twijfelgeval wat invloed heeft op bruto vakantiegeld. We zullen moeten wachten tot svb de werkelijke bedragen publiceert (vermoedelijk tweede helft juni).
    Onderstaand zal lastig te volgen zijn, doe niet teveel moeite hoor.
    U eindigt met netto aow (50%) van 976,40, incl VT 1031,49 en dus VT (het verschil) 55,09.
    Deze bedragen wijken wel erg af van hetgeen de blog meldt.
    Ik denk nog steeds (maar de svb heeft het laatste woord) dat genoemde 976,40 en 1031,49 (moet zijn 1035 wanneer afbouw AHK niet toegepast wordt) gebruteerd moeten worden volgens de regels van leeftijd vanaf aow (AHK: 1536, LH 17,92%, zvw 5,26%. Want dan komt je uit op afgerond 1104 en 1176 (met vt 50%) zodat vt afgerond 72 bruto is met toepassing afbouw AHK en 76 zonder toepassing afbouw AHK.
    bij 70%: 1366 en 1444 (moet zijn 1449 wanneer afbouw AHK niet toegepast wordt )levert na bruteren 1612 en 1713 (met VT 70%) zodat vt afgerond 101 bruto is met toepassing afbouw AHK en 106 zonder toepassing afbouw AHK. En dat zijn dan bedragen die wel overeenkomen met de blog.

    Nogmaals, ik heb geen idee waarom uw berekening volgens de methodiek uit 2017 zulke grote afwijkingen geeft met hetgeen deze blog meldt. Misschien kunt u uw methodiek eens toetsen aan de situatie van eerste helft 2025 (referentie maandloon was € 2191,80) want die werkelijke bedragen zijn door de svb gepubliceerd.
    Eigenlijk best wel raar dat je als aow-er de totstandkoming van je eigen uitkering niet na kunt rekenen cq. kunt toetsen aan de wettelijke regels. Tijdens mijn werkzame leven kon ik mijn salarisstrookjes tot in detail toetsen aan wetgeving en gelukkig zaten er zeer zelden onvolkomenheden in.

    Over een week of 4 zal svb de nieuwe bedragen wel publiceren. Jammer dat de svb (of min sociale zaken) voor zover ik weet geen voorbeeld berekeningen met toelichtingen openbaart.

    1. Eerste helft 2025 kom ik voor de maandelijkse AOW voor zowel 50% als 70% 1 cent lager uit dan SVB: 1081,49 resp. 1580,91. Van hieruit berekend is mijn netto precies 50% resp. 70% van netto WML referentieloon.
      Voor vakantiegeld zijn er vreemdere verschillen: 72,97 resp. 102,68 bruto en daarmee een paar dubbeltjes lager resp. hoger dan SVB. En dit terwijl de netto’s weer precies gelijk zijn aan X% WML referentieloon incl. 8%. Geen idee waar de afwijking in zit terwijl dezelfde formules zijn gebruikt als voor maandelijkse AOW zonder VT. Blijkbaar hanteert SVB bij vakantiegeld een afwijkende formule. Afbouw AHK is in de eerste helft 2025 niet van toepassing dus er moet een andere reden zijn.

      Als ik naar jouw berekening juli 2025 kijk, snap ik ook niet waarom je 2x van netto naar bruto rekent en eerst 1104,40 hebt en bij de tweede 1103,97 wat de juiste zal zijn. Vervolgens gebruik je 1104,40 om het verschil door vakantiegeld te berekenen, terwijl dat toch 1103,97 zou moeten zijn?

      Overigens tel je belasting% en ZVW% bij elkaar terwijl die toch wel apart berekend worden, dus ook 2x een afronding. Dat verklaart waarschijnlijk die ene cent verschil. Daarom bereken ik van netto naar bruto via een ander algoritme. Overigens ga ik ervanuit dat ook de grondslag voor ZVW% en belasting anders is: exact bruto versus tabelloon bruto. Maar ik laat me graag corrigeren.

      Dat tabelloon is overigens belachelijk dat dat nog niet afgeschaft is. Dat is een relikwie uit de jaren 50 en 60 toen er nog geen rekenmachines waren en administrateurs de belasting bepaalden uit een tabellenboekje. Bedrijven en instellingen worden anno 2025 nog steeds verplicht om dat tabellenboekje-systematiek te gebruiken.
      Bij de belastingaangifte en -aanslag hanteert de fiscus wel gewoon een (eigenlijk meerdere) percentage ipv een tabellenboekje. Bij de voorlopige aanslag hanteren ze beide soorten: A. een percentage voor wat verschuldigd is en B. een tabellenboekje voor wat het bedrijf of instelling vermoedelijk heeft ingehouden. Het verschil moet je dan evt. bijbetalen i.c.m. andere posten.

      1. @ Karel,
        als reactie op:
        “Als ik naar jouw berekening juli 2025 kijk, snap ik ook niet waarom je 2x van netto naar bruto rekent en eerst 1104,40 hebt en bij de tweede 1103,97 wat de juiste zal zijn. Vervolgens gebruik je 1104,40 om het verschil door vakantiegeld te berekenen, terwijl dat toch 1103,97 zou moeten zijn?”

        Het volgende:
        1104,40 is de werkelijke brutering vanuit 976,40
        vanwege de “tabellenboekjes methode” zoals je het terecht noemt verandert 1104,40 in 1102,50. De belasting per maand is het makkelijkst wanneer we het eerst per jaar bepalen. Dus 1102,50 * 12, dan de 17,92% er vanaf en de heffingskorting er weer bij en het resultaat delen door 12 geeft 69,50
        en dan 976,40 + 69,50=1045,90 en dan nog de zvw erbij op geeft 1103,97 als uiteindelijke bruto aow.

        incl. VT is netto in eerste deel berekening 1034,82 geeft bij brutering 1180,44. Het is zinloos om van deze 1180,44 door te gaan naar een aow incl vt.
        de werkeljke bruto vt per maand is het verschil van de werkelijke bruto incl vt (1180,44) en bruto excl vt (1104,40) en derhalve 76,04

    2. “U eindigt met netto aow (50%) van 976,40, incl VT 1031,49 en dus VT (het verschil) 55,09.
      Deze bedragen wijken wel erg af van hetgeen de blog meldt.”

      Dit blog vermeldt volgens mij niet de netto bedragen van 50% resp. 70% van het netto WML referentieloon. Jij wel in jouw berekening waar je ook op 976,40 uit kwam. Uiteraard zijn de andere twee een beetje minder door de AHK methode.

    3. @Karel,
      Vanuit minimum (referentie)loon komen we beiden uit op netto aow van € 976,40 bij 50%. Dus dat deel van de berekening zal wel juist zijn.
      De vraag is dan welk bruto bedrag is nodig om bij toepassing van de regels vanaf aow (AHK van 1536, LH van 17,92% en zvw van 5,26%) op deze 976,40 uit te komen.
      bruto wordt dan € 1104,40, want:
      bruto 1104,40
      LH 197,91
      zvw 58,09
      heffingskorting 128 (1536/12 maanden)
      geeft 1104,40 -197,91-58,09+128=976,40
      Wanneer je op je aow de LH korting toe laat passen door de svb gaat alleen de zvw van het bruto bedrag af, oftewel 1104,40 -/- 58,09 = 1046,31
      Omdat ik nu voor de leesbaarheid geen afrondingen gedaan heb ivm o.a. groene maandtabel wijken de bedragen een paar dubbeltje af van de werkelijkheid.
      een aow-er (met partner) ontvangt dus netto geen 976,40 maar 1045,90 per maand gedurende tweede helft 2025.

      incl. vakantiegeld (afbouw heffingskorting niet toegepast) is de netto aow € 1034,82
      welk bruto bedrag is nodig om hierop uit te komen:
      bruto 1180,44
      LH 211,53
      zvw 62,09
      heffingskorting 128 (1536/12 maanden)
      geeft 1180,44 – 211,53 – 62,09 + 128 = 1034,82

      bruto incl. VT: 1180,44
      bruto excl. VT: 1104,40
      dus bruto VT per maand € 76,04

      In mei worden alle bruto VT bedragen bij elkaar opgeteld over de voorliggende 12 maanden en op dat totaal wordt dan (wanneer je LH korting aan hebt staan) alleen de zvw ingehouden. Het aardige hierbij is dat van het totaal bruto VT de actuele heffingspercentages afgetrokken worden, dus over de afgelopen 12 maanden was dat 5,26% zvw en niet deels 5,32% zvw (over de opbouw in 2024) en deels 5,26% zvw (over de opbouw in 2025). Bij verlaging zvw premie in nieuw kalenderjaar levert dat een voordeeltje op, bij verhoging zvw premie in nieuw kalenderjaar levert dat een nadeeltje op. Trouwens waarom VT sparen en 1x per jaar uitkeren. Keer het gewoon iedere maand uit, dan zet ik het zelf wel op een spaarrekening en ontvang rente. Nu strijkt svb rente op.

      De onduidelijkheid in het geheel spitst zich wat mij betreft toe op het wel/niet moeten toepassen van de afbouw heffingskorting in het eerste deel van de berekening wanneer het jaar referentieloon hoger is dan het startpunt waarbij de afbouw heffingskorting begint (in 2025 dus € 28406). En dit gebeurt nu bij minimum (referentie) jaarloon incl. VT (€ 29105,57 -> tabelloon 29052). Dus eigenlijk blijf ik zeer benieuwd wat de VT per maand werkelijk bruto wordt. Ik verwacht dus € 76,04 en niet € 71,70
      Voor alleenstaande (70% berekening) verwacht ik VT € 106,46 en niet € 100,38.

      1. @Herbert, had je mijn reactie van 16:18u gelezen?
        o.a. Als ik naar jouw berekening juli 2025 kijk, snap ik ook niet waarom je 2x van netto naar bruto rekent en eerst 1104,40 hebt en bij de tweede 1103,97 wat de juiste zal zijn. Vervolgens gebruik je 1104,40 om het verschil door vakantiegeld te berekenen, terwijl dat toch 1103,97 zou moeten zijn?

        Bij die 1104,40 is de LH berekend als 35,82% en bij die 1103,97 is de LH berekend door toepassing loonbelastingtabellen, wat de juiste methode is.

          1. Ah, ik zie. Bij VT berekenen ze de gewenste netto uitkomst (nettoVT) door op het referentie WML incl. VT wel de LB-tabellen te gebruiken met de afronding op 4,50 per maand. Resultaat 56,22. Maar bij het vakantiegeld van de AOW zelf gebruiken ze de LB-percentages i.p.v. de tabellen. Dus nettoVT / (1 – 0,1792 – 0,0526) = 73,18 bruto. Waarschijnlijk omdat het een bijzondere beloning is.

          2. @Karel,
            bijzondere beloning is nvt omdat je jaar aow incl vt nog te laag is om de volledige heffingskortingen te verzilveren.
            svb ziet jaar aow en jaar vt als afzonderlijke bedragen waarop de gewone heffingen gedaan worden. Wanneer je de jaar vt zou optellen bij de jaar aow kom je nog niet op het punt waarop afbouw van heffingskortingen plaats zou moeten vinden. Er hoeft dan ook geen correctie op de belastingheffing van het vt deel plaats te vinden. In je arbeidzame leven was dat wel het geval over je vt. Ik kan het niet goed uitleggen, maar het is ook niet relevant.

            Natuurlijk zitten in alle berekeningen afrondingen en keuzes. Zoals belastingdienst rekent alleen met hele euro’s in het voordeel van de burger. Ook het gebruik van tabelloon als relikwie uit de oude tijd is zoiets. En ook svb maakt keuzes. Om mijn uitkomsten zo dicht mogelijk bij de werkelijke svb bedragen te laten uitkomen heb ik ook dit soort afronden toegepast. De svb gebruikt op sommige plekken in de berekening wel centen (dus rondt niet af op hele euro’s). Of je het eens bent met dit soort afrondingen en keuzes doet niet te zake. Dus ergens snap ik wel dat de berekening niet openbaar is, zou vele vragen oproepen.

            Ik denk dat we beiden de methodiek hoe de aow afgeleid wordt van het referentie maandloon kunnen reproduceren. En ook hoe de maandelijkse bruto VT tot stand komt. Netto VT per maand is niet belangrijk. Immers VT komt maar 1x per jaar en is dan een simpele bruto-netto calculatie (totale bruto VT -/- de op uitkeringsdatum geldende afdrachten, (in casu alleen de zvw premie van dat moment). Zoals ik om 18:11 al schreef zal de huidige bruto vt van 73,18 echt geen 73,18 -/- 5,26% netto worden, want we weten de zvw premie voor 2026 nog niet. Idem voor de bruto vt tweede helft 2025 (76,04) dat zal echt geen 76,04 -/- 5,26% netto worden volgend jaar mei.

            Ik denk dat we aardig op één lijn zitten, alleen de afbouw heffingskorting die nu voor het eerst om de hoek komt kijken voor de berekening van de bruto VT is nog een vraagteken of die wel/niet toegepast moet worden. Eind juni komt het verlossende antwoord.

            Voor nu bedankt voor de leuke dialoog.

            Misschien dat de auteur van de blog (Jan van Harten) het antwoord weet op de vraag wel/geen afbouw AHK toepassen in eerste deel berekening.

          3. Ja ik ben er nu ook uit. De clou zat hem dat brutering AOW bij VT op een andere manier gedaan wordt dan bij het WML met VT. WML is ook maar een referentieloon conform art 9 en art 29 van de AOW, terwijl VT bij AOW een echte inhouding is waarbij niet de loontabellen toegepast worden maar de tabel bijzondere beloningen om het fictieve netto bedrag te berekenen zonder heffingskortingen. Die kortingen komen naar keuze bij sommige mensen wel en sommige mensen niet in een later stadium. Maar dat heeft geen invloed op het brutobedrag VT.
            https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/personeel-en-loon/content/hulpmiddel-loonbelastingtabellen

            Jij ook bedankt voor de leuke discussie en overleg.

      2. Volgens de vandaag ( 06-06-2025) gepubliceerde rekenregels is het toch als volgt :

        BIJLAGE II.1 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID – Dir. FEZ

        1 juli 2025
        Referentie Minimumloon Bruto per maand : € 2.245,80 VT : € 179.67 bruto
        AOW gehuwde : € 1.103,97 VT : € 71,71 bruto per maand
        AOW alleenstaande : € 1.612,44 : € 100,39 bruto per maand

  6. Ik woon in het buitenland en krijg binnenkort AOW. Ik was tot eind 1998 in Nederland en had toen ik vertrok 50,5 % AOW opgebouwd.

    Toen jaren later de AOW leeftijd omhoog ging ging ook de datum omhoog waarop je begint AOW op te bouwen. Zodoende krijg ik nu nog maar 48%. Vreemd toch ?

    De eerste 2 jaar, die ze nu niet meer meetellen, heb ik wel gewerkt en ook premie betaald

    1. Als je nu in het buitenland woont, dan neemt het aantal jaren toe dat je geen AOW opbouwt door het opschuiven van de AOW-leeftijd. Stel je AOW-datum was toen je vertrok 2023. Inmiddels is dat opgetrokken naar 2025 (van 65 naar 67). Dan had je tussen 1998 en 2023 geen opbouw en nu tussen 1998 en 2025. Dus meer jaren geen AOW opbouw en dus een grotere korting. De AOW wordt berekend over 50 jaar en met het opschuiven van de leeftijd is de 50 jaar blijven staan. Er wordt dus niet gekeken naar hoeveel jaar je in Nederland hebt gewoond, maar hoeveel je er niet hebt gewoond.
      Voor de mensen die later binnenkomen in Nederland pakt deze regeling weer gunstiger uit.

      1. Ik denk dat Gerrit bedoelt: Toen de AOW leeftijd nog op 65 stond, had hij twee verzekerde jaren opgebouwd van zijn 15e t/m 16e levensjaar en in totaal 26 jaar, dus 52%. Ik dacht namelijk dat ze in hele jaren tellen, dus geen uitkomst als 50,5%.
        Doordat de verzekeringsopbouw nu op 17 jarige leeftijd (of nog later) begint, zijn enkele jaren die hij verzekerd was, in NL woonde en toevallig ook omslagpremie betaald heeft, verloren gegaan. Opgebouwde jaren werden dus afgepakt. Dat geldt natuurlijk voor iedereen, maar voor mensen die naar het buitenland zijn vertrokken heeft het financiële gevolgen voor de hoogte van hun AOW. Ja, je kunt ook vrijwillig premie betalen voor de buitenlandse jaren en zo toch 50 jaar (eigenlijk 52 jaar) verzekerd blijven.

  7. Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 mei 2025, nr. 2025-0000098159, over per 1 juli 2025 gewijzigde bedragen in enkele wetten, besluiten en regelingen :

    C Algemene Ouderdomswet

    Het bruto-ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 9, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, bedraagt:

    a.in onderdeel a: € 1.612,44; en

    b.in onderdeel b: € 1.103,97.

  8. Vakantiegeld komt iets lager uit dan voorspelling : e.e.a. conform Rekenregels Bijlage II.1 Min. S.Z.

    Berekening blijkt simpel : 8% van bruto referentie minimumloon : € 2.245,80 x 8% = € 179,67

    70% van € 179,67 voor een alleenstaande = € 100,39 bruto opbouw per maand vanaf 1 juli 2025

    50% van € 179,67 voor een gehuwde wordt : € 71,71 bruto opbouw per maand vanaf 1 juli 2025

    1. De berekening van het vakantiegeld behoeft nog wat extra uitleg :

      € 179.67 vakantiegeld is bruto , dat wordt € 143,42 netto vakantiegeld opbouw bij het referentie minimumloon.
      Het vakantiegeld voor de AOW gaat uit van het netto vakantiegeld , net als AOW zelf . . .
      70% van € 143,42 wordt € 100,39 bruto vakantiegeld opbouw per maand voor alleenstaande.
      50% van € 143,42 wordt € 71,71 bruto vakantiegeld opbouw per maand voor gehuwde AOW-er.

      1. De blog is 6/6/2025 aangepast door Jan van Harten. De VT bedragen zijn anders geworden dan dat Jan van Harten in eerste instantie had gepubliceerd (bij 50%: was 76,04 en nu blijkbaar 76,51. Bij 70%: was 106,46 en nu blijkbaar 104,75).
        Deze nieuwe VT bedragen heb ik nog niet kunnen reproduceren. De eerder, door Jan van Harten genoemde VT bedragen kon ik wel reproduceren. Mogelijk worden er toch door de svb ergens andere afkortingen of keuzes gemaakt. Binnen een paar weken zal de SVB wel met het verlossende antwoord komen. Mocht iemand weten hoe de VT bedragen tot stand komen hoop ik dat diegene zijn kennis wilt delen.

        1. Geen idee hoe de VT bedragen tot stand komen , maar het Ministerie van Sociale Zaken publiceert elk halfjaar de Rekenregels.
          In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2025 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het minimumniveau. Ook zijn eventuele beleidswijzigingen met betrekking tot deze uitkeringsbedragen opgenomen.
          zie de site van de overheid : https://www.rijksoverheid.nl/documenten/regelingen/2025/06/06/rekenregels-juli-2025

  9. Sorry Jan , maar hier moet ik je toch even corrigeren . .
    De door jou genoemde VT bedragen behoren bij de Bijstandsbedragen en niet bij de AOW bedragen :
    Zie bijlage II.4 Rekenregels per 01-07-2025 : voor de AOW bedragen : € 100,39 en € 71,71
    Zie bijlage II.5 Rekenregels per 01-07-2025 : voor de Bijstandsbedragen : € 104,75 en € 76,51
    Ook bijlage II.1 Rekenregels per 01-07-2025 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft de nieuwe AOW bedragen van € 1.612,44 en € 1.103,97 weer
    + Vakantietoeslagen van € 100,39 en € 71,71 voor AOW gerechtigden . . . .

    1. En die uitkomsten van de VT over AOW van 100,39 resp. 71,71 komen precies overeen met mijn berekening van een paar weken geleden. Hierbij is dus wel rekening gehouden met de afbouw van de Algemene Heffingskorting bij het bepalen van het netto bedrag van het referentie WML incl. VT van juli. De enige berekening van 2025 waar de afbouw speelt, maar wel van belang is voor de berekening van de bruto AOW bedragen,

      1. D.w.z. de laatste berekeningen waarbij van netto naar bruto op de reguliere aow de loonheffing volgens de tabellonen, met afronding op 54 euro per jaar, wordt gebruikt terwijl voor de netto VT het percentage wordt gebruikt omdat VT een bijzonder beloning is en bijzondere beloningen volgens een percentage systematiek worden belast, dus zonder die afronding op 54 euro/jaar. In 2025: 17,92% + 5,26% = 23,18%
        Netto VT WML = 110,17 x 70% = 77,12 / (1 – 0,1792 – 0,0526) = 100,39
        en 110,17 x 50% = 55,09 / (0,7682) = 71,71

        1. En als je vraagt hoe komt je aan 110,17 netto VT bij WML:
          2245,80 – 293,00 loonheffing = 1952,80
          2425,47 -362,50 loonheffing = 2062,97 (hier is 2×40 euro afbouw ahk verwerkt op jaarbasis)
          Verschil is 110,17 per maand aan netto VT voor WML ref.loon.

          1. En hoe komen we aan 362,50 loonh. incl. VT:

            2245,80*1,08=2425,47*12=29105,64
            Tabelloon=538*54=29052
            *35,82%=10406

            29052 minus AHKgrens 28406 = 646
            * 6,337% = 40 afbouw
            3068 – 40 = 3028 x 2 (volgens wet aow) = 6056

            10406 – 6056 = 4350 loonheffing per jaar
            /12 =362,50

          2. @Karel: Goed bezig! Afbouw AHK moet inderdaad wel degelijk in acht genomen worden zoals jij al aangaf. Nogmaals bedankt voor je bijdrage.

            Ik herhaal hieronder mijn gecorrigeerde berekening in stappen. Eenieder die dit leest ziet dan nu hopelijk zelf hoe de AOW bedragen en de vakantietoeslag bedragen tot stand komen vanuit het referentiemaandloon. Soms worden bedragen naar boven of naar beneden afgerond op hele euro’s en soms op 2 cijfers achter de komma.

            Ik zal hieronder de huidige situatie voor tweede helft 2025 trachten uit te schrijven voor de situatie partner met heffingskorting.
            Uitgangspunt is niet wettelijke minimum maandloon omdat dat inmiddels vervangen is door een wettelijk minimum uurloon. Voor de berekening van o.a. AOW dient uitgegaan te worden van het referentiemaandloon (was eerste helft 2025 € 2191,80 bruto per maand), wordt tweede helft 2025 € 2245,80 bruto per maand. (de link heeft Frans al gedeeld)

            € 2245,80 p/m x12 = € 26949,60 bruto per jaar
            wordt afgerond op veelvoud van 54 i.v.m. maandtabel voor de belasting geeft € 26946,00
            loonheffing box 1 lager dan aow leeftijd (35,82%) = € 9652
            2 x algemene heffingskorting lager dan aow leeftijd is 2 x € 3068 = € 6136
            netto loonheffing dus € 9652 -/- € 6136 = € 3516
            referentie netto loon per maand (€ 26949,60 -/- € 3516)/12 = € 1952,80
            Netto aow is dan 50% (of 70% voor alleenstaande) van € 1952,80 = € 976,40 per maand

            Nu gaan we dit bruteren conform de belastingpercentages en heffingskorting die gelden vanaf aow leeftijd.
            heffingskorting is € 1536 per jaar, dus € 128 per maand
            belasting (17,92%) en zvw (5,26%) = tesamen 23,18%
            de bruto aow wordt dan (€ 976,40 -/- € 128)/0,7682 = € 1104,40
            Dit valt in de loonklasse (veelvoud van 4,5): € 1102,50
            per jaar dus 12 x € 1102,50 = € 13230
            loonheffing (17,92%) = € 2370
            heffingskorting € 1536
            netto belasting per maand dus (€ 2370 -/- € 1536)/12 = € 69,50
            Om de bruto aow per maand te bereiken tellen we het netto maandbedrag en de netto belasting bij elkaar op en voegen de zvw premie toe: (€ 976,40 + € 69,50)/(1-0,0526) = € 1103,97 bruto aow per maand. (is gelijk aan het bedrag in de blog)
            netto aow per maand is dan € 1103,97 -/- 5,26% zvw = € 1045,90 (is gelijk aan het bedrag in de blog.

            En dan nu het vakantiegeld:
            referentiemaandloon € 2245,80 * 12,96 = € 29105,60 bruto per jaar
            wordt afgerond op veelvoud van 54 i.v.m. maandtabel voor de belasting geeft € 29052,00
            loonheffing box 1 lager dan aow leeftijd (35,82%) = € 10406.
            Omdat het jaarbedrag nu hoger is dan het punt waarop de afbouw van de algemene heffingskorting begint (€ 28406) wordt de AHK: 3068 -/- 6,337%*(29052-/-28406) = 3028.
            2 x algemene heffingskorting lager dan aow leeftijd is nu dus 2 x € 3028 = € 6056.
            netto loonheffing dus € 10406 -/- € 6056 = € 4350
            referentie netto loon per maand (€ 29105,60 -/- € 4350)/12 = € 2062,97
            Netto aow is dan 50% (of 70% voor alleenstaande) van € 2062,97 = € 1031,49 per maand.
            Nu gaan we dit bruteren conform de belastingpercentages en heffingskorting die gelden vanaf aow leeftijd.
            heffingskorting is € 1536 per jaar, dus € 128 per maand
            belasting (17,92%) en zvw (5,26%) = tesamen 23,18%
            de bruto aow wordt dan (€ 1031,49 -/- € 128)/0,7682 = € 1176,11
            bruto vakantiegeld is het verschil van beide bruto bedragen, dus het verschil van € 1176,11 en € 1104,40 = € 71,71.

            In de eerste helft 2025 was het bruto vakantiegeld € 73,18 per maand. AOW stijgt dus iets, maar vakantiegeld daalt iets.
            En deze daling wordt geheel veroorzaakt door de afbouw van de AHK.

        2. De vreemde berekening VT in de AOW wet heeft ook vreemde gevolgen:
          Wie zou verwachten dat als het ref. WML geen 2245,80 was maar een stuk hoger zoals 2500 euro dat dan de bruto VT reservering aanmerkelijk lager wordt:
          Dan geen 100,39 maar 92,80 voor alleenstaanden en geen 71,71 voor samenwonenden maar 66,28.

        3. Volgens mij zit er toch een foutje in de berekening van het ministerie.
          Een foutje van 360.000 euro ten laste van de staatskas.
          1103,97 is 1 cent teveel omdat de ZVW bijdrage 1 cent lager moet zijn.
          Geen 58,07 maar 58,06. Netto blijft het dan gelijk.
          Voor zover ik weet, en bij mijn pensioenfonds gebeurt dat ook zo is dat altijd in het voordeel van de klant wordt afgerond. D.w.z. de bijdrage van 5,26% wordt op hele centen naar beneden afgerond terwijl het ministerie de handelsafronding gebruikt omdat dat de standaard methode in Excel is? 58,068 wordt daar 58,07 maar pensioenfondsen houden 58,06 in. Ontvangers krijgen dus 1 cent meer. Lijkt niet veel maar bij 3 miljoen ontvangers per maand….

          1. Haha, SVB gebruikt dezelfde afronding als het pensioenfonds: op hele centen naar beneden.
            Voorbeeld Jan 2025: 1580,92 x 5,26% = 83,156 wordt 83,15 en geen 83,16.
            En 1081,50 x 5,26% = 56,8869 wordt 56,88 en geen 56,89.
            het ministerie vermeldt in hun rekenregels van Januari 2025 inderdaad 83,16 resp. 56,89.
            Dus daar is geen afstemming tussen SVB en MinSZW. wat onnodig geld kost voor de belastingbetaler.

    2. En als laatste denk ik dat de netto aow bedragen zonder heffingskorting nog een correctie behoeven:
      met partner:
      1103,97 bruto
      -197,50 LH volgens groene maandtabel
      -58,06 zvw premie
      € 848,41 netto

      alleenstaand:
      1612,44 bruto
      -288,67 LH volgens groene maandtabel
      -84,81 zvw premie
      € 1238,96 netto

      Al met al een hoop geleerd omtrent de berekening methodieken. Dank daarvoor.

      Ik kijk nu al uit naar ruwweg november wanneer de variabelen voor 2026 bekend zullen zijn.

  10. En als man alleen werkt vrouw niet.
    En ook nog niet met pensioen, moeten zij samen rond komen van dit bedrag .
    Ik houd mijn hart vast als mijn man met pensioen gaat.

    1. “En ook nog niet met pensioen”
      Bedoelt u pensioen van de vrouw omdat ze vroeger wel gewerkt heeft? Vaak kunt u pensioen eerder dus vóór het 65e jaar laten ingaan. Afhankelijk van het pensioenfonds soms al bij 55 jaar. U krijgt uiteraard wel een lager bedrag per jaar omdat het beschikbare pensioen over meer jaren moeten worden uitgesmeerd.

      Maar misschien kunt u aanvullende bijstand krijgen van de gemeente. Die zal niet verlangen het pensioen van de vrouw eerder te laten ingaan.

  11. Beste heer

    Hierbij een opmerking, betref 2% die ingehouden wordt ben ik mee eens. Met 23 jaar naar Nederland gekomen. Curaçao betaalt mij de 2%. Maar vanaf onafhankelijkheid 10-10-2010 wordt van ons die in NederLand wonen 10% ingekort, omdat we daar niet wonen. Ik vind dat Nederland ons dat moet betalen omdat wij hier wonen.
    Dat is nooit ter sprake gekomen dat ik weet.
    Alhoewel SVB van Curaçao samen werken.
    Graag uw reactie hierop.

    M.vr.gr Ellen

  12. Ik wil weten waarom krijg ik niet volledig AOW ik heb gebeld een wordt gezegd dat ik in Suriname ben geboren

  13. Geachte heer/mevr
    Ik woon met mijn partner samen en krijg dan AOW voor 2 personen.
    Als alleenstaande ga je er veel.meer op vooruit, ook vanwege de potjes waar alleenstaande gebruik van kan maken.

    Wij vinden dat ze niet denken aan een echtpaar die alles verzekeringen, voedsel water Gas.ect dubbel moet betalen als een alleenstaande.

    De hele betekening klopt niet!
    Waarom krijgen we maar 50 % van een miniumloon, De Huur kunnen we nouwelijks betalen nu mijn vrouw ook haar AOW krijgt. De huur ligt boven de huursubsidigrens en een ander huis komen we niet voor in aanmerking.
    OP 10 MEI verdiende mijn vrouw 2200 euro nu gaat ze er meer dan 1200 euro op achter uit dit is to h te gek voor woorden, werken er bij kan ook niet omdat zij IVA had en arbeidsongeschikt is.

    1. Als u in januari 2024 minder dan 879,66/mnd huur betaalde en vanaf juli 2024 meer dan die grens, dan heeft u mogelijk al vanaf januari 2024 recht op huurtoeslag. Voor een bepaalde categorie huurders was de eerste helft van 2024 bij toeval een periode waarbij de huur onder de grens lag terwijl die in de jaren daarvoor en vanaf juli 2024 boven die grens lag. Dat ene half jaar in 2024 zorgt ervoor dat men ook daarna recht op toeslag houdt. En zoals geschreven sowieso vanaf 2026 mits het inkomen niet te hoog is.

      1. Eigenlijk was het geen toeval maar het gevolg van dat de grens in 2024 met 8,86% steeg terwijl de huren in juli 2023 maar met 3,1% of 4,1% stegen. Zo kwamen huurders die altijd net boven de grens zaten er ineens toch onder met als gevolg dat ze vanaf dat moment toeslag bleven houden ook als ze inmiddels weer ver boven de grens zitten.

    1. Heffingskorting is een korting op de te betalen belasting.
      Zonder heffingskorting betaal je dus meer belasting. Dat wordt dan weer rechtgetrokken als je aangifte inkomstenbelasting doet in maart/april van het volgende jaar.

  14. De SVB heeft heden de bedragen voor tweede helft 2025 gepubliceerd. In de blog tekst van de auteur zitten nog een paar typefoutjes in de bedragen maar die zullen ongetwijfeld nog gecorrigeerd gaan worden vermoed ik. Al met al heeft de auteur best een nauwkeurige inschatting gemaakt.

  15. Gewoond hebbende inCanada en Belgie waardoor er is gekort op mijn aow moet ik als alleenstaande van iets meer dan 1000 euro rondkomen. Nu ben ik al jaren weer woonachtig in Belgie
    Het Ocmw in Belgie verwijst mij naar Nederland die mij weer naar Belgie afscheept AL tientalle jaren leef ik al onder het minimum.Wat te doen? Of moet ik mij op mijn 86ste als vluchteling laten registreren.Krijg ik een menswaardiger bestaan. Als authetieke Nederlander voel ik mij verraden.

    1. Dank voor je bericht. Een vervelende situatie als je niet voldoende inkomen hebt om van rond te komen. Je vraagt wat te doen? Helaas heb ik niet voldoende informatie om jouw vraag te beantwoorden. Want is er iets misgegaan? Of denk je dat je recht hebt op bepaalde toeslagen of inkomensondersteuning?

  16. Ik heb een vraag: Ik ben 1 maart van dit 67 geworden en krijg sinds die tijd AOW.
    De algemene heffingkostring (aanrechttoeslag) liet ik sinds ik niet meer werk, uitbetalen.
    Het inkomen van mijn man is ca € 45000 aan AOW en pensioen, dus er werd en wordt ook dit jaar voldoende looneffing ingehouden.

    Over de eerste 2 maanden van dit jaar heb ik de uitbetaling vd algemene heffingskorting stop laten zetten, omdat ik er niet zeker van ben af ik daar nog recht op zou hebben.

    Ik krijg dus 10 maanden AOW, verder geen pensioen. Wordt na de invullen van de aangifte IB de 2 maanden algemene heffingskorting nog uitbetaald?

    1. Ik denk het niet. De heffingskorting is ca 1792 euro (mix van hoog en laag) en uw bruto belasting in 2025 is minimaal 2867 dus uw AHK is daarmee al verbruikt. Ws. heef u ook pensioen dus dat maakt de bruto belasting alleen maar meer. Vermoedelijk gaat u ook AOW premie betalen omdat u in 2025 nog voor 2 maanden premieplichtig bent en uw hele inkomen(aow+pensioen+lijfrente) voor 2/12 wordt meegeteld. Dat zou minstens 470 euro extra belasting betekenen.
      Als u de AHK niet stop had gezet, zou het plaatje er waarschijnlijk gunstiger uit zien. Ben benieuwd.

      1. Ik heb het bij de belastingdienst nagevraagd daar zeiden ze dat ik de voorlopige aanslag aan had moeten laten passen voor die 2 maanden. Maar toen had ik hem al stopgezet en dat het alsnog uitbetaald werd na de aangifte IB.
        Ik kan er niets over vinden op de site vd belastingdienst.
        Ik heb geen pensioen buiten de AOW ben zelfstandig geweest.
        Ben er ook benieuwd naar!

        1. Ja, daar ging onlangs een dialoog over met Herbert over zo’n situatie. 10 jaar geleden werden mensen met een voorlopige aanslag voor de uitbetaling van de AHK bevoordeeld t.o.v. mensen die wachten op de aangifte/aanslag IB. Dus geen gelijke behandeling. En de rechter vond het wel goed zo omdat dat eenvoudiger was. De vraag was of dat nog zo is. De praktijk zal het uitwijzen. Of iemand moet hier recente ervaring mee hebben. Moge die zich melden…

          https://bijnametpensioen.nl/heffingskorting-niet-werkende-partner-2024/#comment-28555

          1. De situatie van Anneke komt overeen met mijn persoonlijke situatie. (ik heb de uitbetaling van de AHK aan mijn partner wel aan laten staan, waardoor zij dit jaar 2/12 * 3068 daadwerkelijk heeft ontvangen. Fijn dat Karel alvast de link naar die blog heeft gemeld. Karel en ik hebben een fijne conversatie gehad met als voorlopige uitkomst: wacht op het resultaat van de aangifte/aanslag over 2025. Voor nu geniet van het lezen van de (desbetreffende) blogs. Ik heb voor mezelf een notitie gemaakt dat ik hier volgend jaar, zodra ik mijn definitieve aanslag heb, op terugkom.

  17. Ik moest in 2024 aangifte doen, aangiftebrief ontvangen.

    Heb nog € 1.855 te verrekenen verliezen. Om het nog wat ingewikkelder te maken.

    Ik zit zo in elkaar, dat ik bezwaar in ge dienen als ik die 2 maanden AHK niet uitbetaald krijg, dan moeten ze mij maar niet via een medewerker mee laten delen dat het na de aangifte alsnog verrekend wordt.

    Ik heb, moet ik zeggen dat ik altijd goed advies gekregen via de belastingtelefoon. Als men het antwoord niet wist, werd ik teruggebeld door iemand die het wel wist en deze medewerkster kwam heel resoluut over met haar antwoord.

    Eind vorig jaar nog prima geholpen met vragen van mijn neefje die halverwege december met zijn vriendin een huis had gekocht, zij had geen recht op toeslagen en hij wel omdat hij maar een half jaar gewerkt had. Hij was bang dat hij die moest terugbetalen, maar dat was dus niet zo. Peildatum was de 1e vd maand en toen waren ze nog geen fiscale partners. 1 januari was het 2025. Neefje blij.

    Een groot deel van mijn leven op een accountantskantoor gewerkt, veel plezier van nog steeds.

    Ik hou jullie op de hoogte!

    1. Ik zie het probleem mbt de AHK niet zo. Je hebt recht op 2/12 x 3068 =512 euro voor de eerste 2 maanden en 1536 x 10/12 = 1280 euro voor de maanden dat je AOW-gerechtigd bent. Samen is dan 1792 voor heel 2025. Als je helemaal geen inkomen zou hebben kreeg je die 1792 uitbetaald.
      Maar je hebt wel inkomen: 16206 euro AOW als ik het goed heb. Incl. 2 maanden VT. Hierover ben je op zijn minst 17,92% belasting verschuldigd (even afgezien van verrekenbare verliezen). Dat is 2904 euro. Dat is meer dan de Algemene heffingskorting.
      De ouderenkorting van 2035 euro zorgt er verder voor dat je überhaupt geen belasting hoeft te betalen over 2025. Maar de AHK is wel helemaal verbruikt hiermee. En de Ouderenkorting kan niet worden uitbetaald. Alleen de AHK kan worden uitbetaald volgens art. 8.9 van de Wet IB. En alleen als de heffingskortingen beperkt worden tot een bedrag lager dan de AHK.

      Het probleem wel of niet voorlopige aangifte en de verschillende benadelingen daarvan spitste zich met name toe op de AOW-premiebetaling en kan in jouw situatie 483 euro bedragen.
      Dat moeten we afwachten, maar ik vermoed dat zonder VA je wel AOW premie betaalt en met VA (Herbert) geen AOW premie (zoals bijv. in 2014 blijkbaar gewoon was, zie eerdere links).

      Zou je later in het jaar AOW gerechtigd worden, bijv. in november, dan zou de bruto belasting bijv. 1058 euro worden en daarmee lager dan de AHK van 2814 in dat geval (10 maanden hoog en 2 maanden laag). Het verschil van 1756 euro zou dan wel uitbetaald worden. Dus in zoverre klopt de algemene mededeling van de belastingtelefoon. Maar dat is dus helemaal afhankelijk van de persoonlijke situatie.

      Ik heb me niet verdiept in verrekenbare verliezen, maar als dat een minpost is in Box1 (dus inkomen 14351 ipv 16206) dan zou nog steeds een bruto belasting van méér dan 1792 euro overblijven en daarmee dus geen uitbetaling van AHK maar volledig gebruik van AHK.

      1. Dan zou het wat betreft het eerste deel van uw berekening bij mij als volgt zijn:

        Inkomen € 11.096 -/- € 1.855 tegen 17.92%, blijft over
        € 1.655. Algemene heffingskorting heffingskorting € 1.792, zodat er € 137 nog uitbetaald zou kunnen worden.

        Voor de AOW premie ga ik me nog verder in verdiepen.

        Bedankt voor de hulp!

        1. Inderdaad, ik was abusievelijk in mijn berekeningen van een 70% AOW uitgegaan ipv een 50% voor gehuwden. Dan is de AOW 11096 voor 10 maanden incl. 2 maanden VT.

          Overigens had ik net een proefberekening bij de aangifte 2024 gedaan en ingevuld dat er een VA (ivm uitbetaling van AHK) was geweest van 550 euro. Het resultaat was 550 euro terug betalen. Maar onderaan stond deze tekst: “Bestond het inkomen van u in 2024 alleen uit AOW? Dan hoeft u niets te betalen.”

          1. En inderdaad als er een eigen woning is of Box3 vermogen dan staat die tekst er niet. Zelfs niet als er alleen een gift is ingevuld.

            Ook als geen VA is en er inderdaad echt alleen AOW inkomen is dan maakt de AOW-premie die berekend wordt ook niet uit.
            Dat is dan toch een verandering t.o.v. 10 jaar geleden, lijkt mij.

        2. Wanneer je in maart aow leeftijd bereikt, is de LH geen 17,92% over totale inkomen maar 20,9% (de tabel staat op de belastingdienst site. Immers 2/12*35,82% + 10/12*17,92% = 20,90%
          De LH wordt dan (11096 -/- 1855)*20,90% = 1931
          AHK is 1792 (2/12*3068 + 10/12*1536), dus die wordt helemaal verbruikt. Het restant (1931-1792=139) wordt gecompenseerd door de ouderenkorting. Restant ouderenkorting wordt niet uitbetaald. Dus aanslag nihil. En dan zijn we weer bij de 2 vragen waar we (nu met z’n drieën) lekker over brainstormen: Wordt de AHK van de meestverdienende partner tot aan de aow leeftijd van de minstverdienende partner wel/niet uitgekeerd (in dit geval 2/12*3068=512). Met als subvraag: liep de uitbetaling van de AHK al automatisch in de jaren voor dit specifieke jaar of niet, zo ja dat lijkt er een kans te zijn dat je het reeds ontvangen bedrag niet hoeft terug te betalen. Liep er geen VA dan krijg je de AHK van, in dit geval, 512 niet alsnog uitbetaald is de verwachting. En de andere vraag betreft de aow premie. Immers de totale LH van 20,90% wordt geheven over het totale jaarinkomen, ergo er wordt dan dus aow premie geheven over 12 maanden en niet over 10 maanden aow inkomen. Je betaalt daardoor teveel premie (2,98%). het totale LH percentage iets verder uitgesplitst is 2/12*17.9% (aow premie) + 12/12*0,1%(anw premie) + 12/12*9,65% (wlz premie) + 8,17% IB. De schoen wringt bij de 2/12*17,9% = 2,98% premie die dus geheven wordt over het totale jaarinkomen en dat jaarinkomen bestaat in dit geval uit 10 maanden aow en wellicht 12 maanden iets van b.v. inkomen uit woning, bijbaantje enz. De diverse rechtszaken hebben niets opgeleverd zoals je via de diverse links kunt teruglezen omdat de rechter vindt dat omwille van de eenvoud de belastingdienst niets onbillijks doet ofzo. Eigenlijk zou de LH over het aow deel dus 17,92% moeten zijn en de LH over overig inkomen 20,9%.
          wanneer de LH over totale inkomen lager is dan de som van de AHK en ouderenkorting is de aanslag nihil en zou ik me niet al te druk maken over de juistheid van de gekozen rekenmethodiek.
          Dat je mogelijk de aanrechtsubsidie over de periode tot aow leeftijd misloopt wanneer het inkomen niet uitsluitend bestaat uit aow, zoals Karel gisteravond geconstateerd heeft, levert een extra onduidelijkheid op hoe het uiteindelijk gaat uitpakken.
          Dat de aanrechtsubsidie stopt bij bereiken aow leeftijd is jammer maar zo zijn de regels nu eenmaal (artikel 8.8. en 8.9 wet IB). Want daarin staat dat de AHK wanneer je die niet zelf helemaal verbruikt doordat je b.v. vanwege verliezen een dermate laag inkomen hebt dat de LH lager is dan de AHK dan wordt het verschil wel uitbetaald. In mooie termen de AHK wordt dan opgehoogd tot 100%. In Jip en Janneke taal: LH b.v. 1500. AHK is 1792, dus je verzilverd die niet helemaal. Je krijgt dan 1792 -/- 1500 = 292 uitbetaald. De ouderenkorting blijft onverzilverd en wordt niet uitbetaald. Tevens is zo’n situatie natuurlijk alleen van toepassing op mensen die geboren zijn voor 1963. Deze situatie dooft de komende jaren vanzelf uit.

          1. Ik heb het allemaal doorgelezen en de proefaangifte 2024 gedaan.
            Sommige dingen gaan wel een beetje boven mijn pet, zo diep als jullie erin gaan.
            Had de voorlopige aanslag beter niet stop kunnen zetten, en mezelf vooraf beter moeten informeren.
            Ik heb bij het wijzigen van de voorlopige aanslag precies mijn AOW inkomsten opgegeven en een deel van het eigen woning forfait (Wet Hillen).
            Het lijkt me niet dat ik de voorlopige aanslag voor 2 maanden weer terug in het leven kan roepen.
            De voorlopige aanslag was ook nog eens te laag € 1795, omdat ze op de 1 of andere manier na het kopen van een ander huis met hypotheek en allerlei aftrekbare kosten in 2023 dachten dat er niet voldoende loonheffing ingehouden was.
            Over 2024 heb ik dat verschil uitbetaald gekregen.
            Ik ga er morgen toch nog eens over bellen.

  18. Het leven in het algemeen wordt steeds ingewikkelder voor de mensen met een beetje AOW ,er wordt weinig uitgelegd, dat zou wél erg eerlijk zijn, voor hen die al jaren hun best gedaan hebben voor de maatschappij en de toekomst die nog komen moet !