Een pensioenuitvoerder kan een klein pensioen ‘afkopen’. Een klein pensioen bedraagt minder dan € 613,52 bruto per jaar (bedrag 2025). Dit kan als de pensioengerechtigde daarmee instemt, of geen bezwaar maakt tegen de afkoop van het pensioen.
De pensioenuitvoerder informeert eerst over de afkoopwaarde (het afkoopbedrag) van de pensioenuitkering. Aan de hand van dit bedrag kan instemming plaatsvinden. Maar wat nu als de indicatie van het afkoopbedrag afwijkt van het daadwerkelijke afkoopbedrag? Is dit een fout van het pensioenfonds of het risico van de pensioengerechtigde?
Indicatie afkoop pensioen
In een recente uitspraak van het GIP (Geschillencommissie Pensioenfondsen) stond dit vraagstuk centraal. Door het pensioenfonds Horeca & Catering werd in april 2023 een voorstel tot afkoop gedaan. Daarin stond een bruto afkoopbedrag van € 7.287,37, met de waarschuwing: ‘Let op: de brutobedragen zijn een indicatie.’ Met dit voorstel heeft de pensioengerechtigde ingestemd.
Vervolgens stuurt het pensioenfonds een notificatie/bevestiging van de afkoop. Het afkoopbedrag in de bevestiging bedraagt € 6.243,85 bruto, met de disclaimer dat dit bedrag nog kan veranderen. Na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd ontvangt de pensioengerechtigde een afkoopbedrag van € 5.254,47 bruto. Aanzienlijk lager dus dan het indicatieve afkoopbedrag uit het eerste voorstel. Dit was het gevolg van een wijziging van de afkoopfactoren in het pensioenreglement.
Wel of géén notificatie?
De pensioengerechtigde stelt de notificatie en de bevestigingsbrief niet te hebben ontvangen of gezien. Het GIP stelt echter dat het pensioenfonds heeft aangetoond dat de notificatie is verstuurd en ontvangen. Hoewel een waarschuwing ontbrak dat de bevestigingsbrief voorrang had, was de notificatie volgens het GIP voldoende specifiek.
De pensioengerechtigde mocht volgens het GIP niet rekenen op het eerste bedrag. Gewijzigde afkoopfactoren in het pensioenreglement verklaren vervolgens de “marge” (nog altijd een daling van ruim 15%) tussen het tweede bedrag en de uiteindelijke afkoop, aldus het GIP. Op welk punt het fonds een voorbehoud heeft gemaakt. Ook dit kan de pensioengerechtigde dan ook niet baten.
Controleer de communicatie van het pensioenfonds!
Het uiteindelijke afkoopbedrag kan afwijken van de eerdere indicatie. Een lager bedrag is dan teleurstellend. Controleer de communicatie van het pensioenfonds over de hoogte van het afkoopbedrag! Én of dit een indicatief of voorlopig bedrag betreft, en waarvan dit afhankelijk is. Aan de hand daarvan kon de pensioengerechtigde besluiten de afkoop te annuleren. Dat is in dit geval niet gebeurd.
Belangrijk is en blijft dan ook: controleer de communicatie en het voorstel van het pensioenfonds! Bij twijfel over de juistheid van het afkoopbedrag is het gebod op tijd vragen stellen en het standpunt van het pensioenfonds controleren. Laat je hierover informeren.
Een groot verschil tussen het indicatieve afkoopbedrag en de uiteindelijke afkoop, biedt zeker aanleiding hierover vragen te stellen aan het pensioenfonds. Het GIP overweegt dat (in dit geschil) sprake is van een redelijke marge tussen de indicatie en het afkoopbedrag.
Dit kan echter in jouw geval anders zijn! Trek daarom op tijd aan de bel. Het actief controleren en beheren van jouw pensioendossier verdient zeker nu aanbeveling. Dit vanwege de grootschalige en aankomende transitie naar het nieuwe pensioenstelsel.
Foto: Jakub Zerdzicki – Pexels.com
Suus is pensioenadvocaat bij Gommer Advocaten. Tijdens haar studie heeft zij zich gespecialiseerd in het arbeidsrecht, het sociale zekerheidsrecht en het financieel familie- en erfrecht. De raakvlakken met deze verschillende rechtsgebieden maakt dat Suus verschillende pensioenvraagstukken in een breed kader kan beoordelen.
