Hoe zit het nu met de rekenrente?

Het kabinet was van plan de rekenrente voor pensioen te verhogen, om daarmee een dreigende korting van pensioen te voorkomen. Een slim plan of juist niet? In dit artikel geef ik een toelichting op de rekenrente en wat dat betekent voor jouw pensioen en het pensioen van anderen.

Pensioenonderhandelingen

De afgelopen week zijn de pensioenonderhandelingen tussen het kabinet, de werkgevers en de vakbonden mislukt. Wat uit die onderhandelingen bekend is geworden, is dat het kabinet bereid was de rekenrente voor pensioenen te verhogen. Daarmee willen ze voorkomen dat veel pensioen op korte termijn moeten worden gekort.

Dat lijkt goed nieuws voor mensen die bijna met pensioen gaan of al met pensioen zijn. Maar is het een slim plan? Oordeel zelf.

Ik zal aan de hand van een voorbeeld duidelijk maken wat er gebeurt.

Voorbeeld

Stel jij hebt een bankrekening met daarop genoeg geld om aan je kinderen en je  kleinkinderen levenslang € 50,- per maand te geven vanaf het moment dat ze 21 jaar oud zijn. Dat bedrag van € 50,- zal ieder jaar – als er genoeg geld op de rekening staat – worden verhoogd met de prijsindex. Op die manier kunnen je kinderen en kleinkinderen iedere maand iets leuks doen. De rest van hun leven. Zolang de kleinkinderen nog geen 21 jaar zijn, krijgen ze nog niets.

Berekening

Bij je berekening ben je uitgegaan van de gemiddelde levensverwachting op basis van CBS cijfers. Daarbij ben je ook  uitgegaan van de gemiddelde prijsindex die we de afgelopen 15 jaar hebben gehad in Nederland. En je weet hoeveel rente je krijgt op je bankrekening. Het percentage rente dat je krijgt is jouw rekenrente. Je hebt op basis van die uitgangspunten berekend dat je genoeg saldo op de bank hebt staan. Je hebt zelfs iets teveel. Er is een buffer.

Daling van de rente

Na enige tijd krijg je bericht van de bank. De rente op jouw rekening is gedaald. Hierdoor krijg je minder rente inkomsten.

Dat blijkt slecht nieuws te zijn, want nadat je een nieuwe berekening hebt gemaakt met die lagere rekenrente, blijkt dat je saldo nu niet meer genoeg is om iedereen levenslang € 50,- te geven.

Je moet iets doen. Dat is duidelijk. Want als je gewoon blijft doorbetalen, dan is het geld straks op en is er op termijn voor je kleinkinderen niets meer over.

Maatregelen

Je kunt verschillende maatregelen nemen.
  •  Extra geld storten zodat het bedrag weer voldoende is.
  •  Het bedrag van € 50,- niet meer  verhogen zolang er onvoldoende geld is.
  •  Het maandelijkse bedrag van € 50,- verlagen. Je hebt uitgerekend dat bij € 45,- je iedereen weer maandelijks kunt betalen.
Je besluit om een combinatie van alle drie de dingen te doen. Er wordt extra geld gestort. De storting is een aanzienlijk bedrag, maar het is nog niet voldoende om het hele probleem op te lossen. Daarom wordt daarnaast het maandelijkse bedrag voorlopig niet geïndexeerd. En het bedrag dat maandelijks wordt uitgekeerd wordt iets verlaagd. Je verlaagt het bedrag naar € 48,-. Op die manier zou het binnen een paar jaar wel weer goed moeten komen.

Herstel blijft uit

Maar ondanks de maatregelen die je hebt genomen blijkt dat het herstel niet inzet. Sterker nog. De rente is nog iets verder gedaald en ondanks de maatregelen sta je er nog steeds niet goed voor.

Je kinderen beginnen te mopperen. Zij krijgen nu al een aantal jaren geen indexatie meer. En het bedrag van € 50,- is zelfs iets lager geworden. Maar ondertussen zijn de prijzen van de leuke uitjes wel gestegen.

De kleinkinderen, en zeker die jonger zijn dan 21, die hoor je niet. Die volgen de ontwikkelingen op een afstand, maar echt geïnteresseerd lijken ze niet. En dat snap ik ook wel weer, want of er nu veel of weinig geld is, voorlopig krijgen zij toch nog niets.

Nieuw plan

Je zou een nieuwe berekening kunnen maken, waarbij je de rekenrente in je berekening iets hoger zet. Dan is er op papier geen tekort meer. Dat kun je best doen vind jij, want de rente zal ooit toch weer gaan stijgen?

De situatie begint urgent te worden. Je moet iets doen. Je zou een nieuwe berekening kunnen maken, waarbij je de rekenrente in je berekening iets hoger zet. Dan is er op papier geen tekort meer. Dat kun je best doen vind jij, want de rente zal ooit toch weer gaan stijgen?

En als je de rekenrente in je berekening verhoogd, dan kun je gewoon weer € 50,- aan je kinderen en kleinkinderen betalen. Ook kan dan vanaf volgend jaar dat bedrag gewoon weer worden verhoogd met de prijsindex.

Voorstel

Je besluit dit voorstel te bespreken met je kinderen en kleinkinderen. Tijdens een gezellig etentje bij jullie thuis maak je het goede nieuws bekend. Je kinderen reageren enthousiast en blij. Alleen een paar kleinkinderen kijken wat moeilijk. Die vinden het wel fijn dat je goed nieuws hebt voor hun ouders die nu maandelijks weer het volle pond gaan ontvangen. Maar ze vragen ze zich af wat er gebeurt als de rente toch niet snel gaat stijgen? Dan betaal je toch teveel geld uit iedere maand? En dan hebben wij straks te weinig.

Je kinderen zijn het niet helemaal eens met de kleinkinderen. We hebben nog nooit zoveel geld op de bank gehad als nu en wij krijgen toch niet ons hele bedrag. En wat gebeurt er als de rente wél gaat stijgen. Dan krijgen wij nu minder uitgekeerd, terwijl jullie straks genoeg (en misschien wel teveel) geld hebben. Dan leveren wij nu in, terwijl straks misschien blijkt dat die korting helemaal niet zo nodig was.

Generatiekloof

Wat is nu wijsheid om te doen? Moet je nu de rente verhogen in je berekening of kun je dat beter niet doen? Je wilt je kinderen niet tekort doen. Maar je wilt ook geen risico nemen voor de toekomstige uitkering voor je kleinkinderen. Je begint wel door te krijgen dat wat goed is voor ene generatie, niet per definitie ook goed is voor de andere generatie.

Morgen maar eens bellen met de bank of het mogelijk is om voor ieder kind en kleinkind een eigen rekening te openen…

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Eén reactie

  1. Er is een Commissie Parameters, ingesteld door de Staatssecretaris SZW, om advies uit te brengen over de begrenzing van rendements- en inflatieparameters waarmee pensioenfondsen mogen rekenen in het FTK.

    Deze commissie komt iedere vijf jaar met een advies over de beleggingsrendementen waar pensioenfondsen mee mogen rekenen. Die hebben zij nodig voor de vaststelling van de pensioenpremie en voor het maken van hun herstelplannen.

    Hier wringt de schoen: voor eenzelfde pensioencontract wordt met 2 verschillende rekenrentes gerekend: de lage, risicovrije rekenrente voor de toekomstige verplichtingen en een aanzienlijk hogere rekenrente voor de vaststelling van de daarvoor te betalen pensioenpremies door de werkgever.

    Stel dat de rekenrentes gelijk zouden worden voor zowel de premievaststelling als voor de berekening van de verplichtingen, wat gebeurt er dan als de risicovrije rentevoet zou worden gekozen?

    In dat geval leidt dit tot een stevige verhoging van de door werkgevers te betalen pensioenpremies, die dat deels kunnen verhalen bij de werknemers. Gevolg: werkgevers en werknemers worden daar niet vrolijk van.

    Wat, als voor de vaststelling van zowel de pensioenpremies als voor de vaststelling van de pensioenverplichtingen rekening gehouden wordt met de toekomstige rendementen en indexatie-ambities?

    Dan stijgen de dekkingsgraden van pensioenfondsen (in de huidige situatie met ca. 20 procentpunten). Dan wordt indexatie van ingegane pensioenen een reëel perspectief.

    De Commissie gaat in 2019 aan de slag om tot een nieuw advies te komen. Ben benieuwd met welk advies zij komen.