Wanneer je eerder met pensioen gaat, dan krijg je nog geen AOW-uitkering. Je kunt dit opvangen door een overbruggingspensioen. Je ruilt dan een deel van je levenslange pensioen om voor een tijdelijke uitkering. Maar let op, er geldt een maximaal overbruggingspensioen.
Hoe bereken je een maximaal overbruggingspensioen?
De meeste pensioenuitvoerder hebben een website waar je deze berekeningen kunt maken. Ga naar de website van jouw pensioenuitvoerder en maak de berekening. Kies voor een vervroegde pensioendatum en kies vervolgens voor een overbruggingspensioen of AOW-overbrugging. Je kunt dan vaak ook kiezen voor de hoogte van het bedrag. Of je krijgt automatisch het maximale overbruggingspensioen.
Let op, er zijn ook pensioenfondsen die geen AOW-overbrugging toestaan.
Uitvoerders kunnen ook eigen, afwijkende regels hebben of een andere omschrijving gebruiken. ABP heeft bijvoorbeeld als optie dat kunt kiezen voor netto dezelfde uitkering voor de AOW-leeftijd als erna. Dus je kiest niet expliciet voor een overbruggingspensioen, maar effectief dus wel. Zij omschrijven het dus anders.
Wettelijke maximaal overbruggingspensioen
Er geldt een wettelijke maximum voor het overbruggingspensioen. Het maximum is € 2.182,- per maand wat neerkomt op € 26.184,- per jaar (bedrag 2024). Dit bedrag is gelijk aan de maximale RVU-uitkering. Maar, zoals gezegd, uitvoerders kunnen eigen regels en ook andere maximale bedragen hanteren.
Let op bij meerdere pensioenen
Als je pensioen bij meerdere uitvoerders hebt, moet je opletten. Stel dat je bij 2 uitvoerders pensioen hebt opgebouwd. En je gaat eerder met pensioen. Dan kun je op de website van beide uitvoerders een berekening maken. En in beide berekeningen kun je kiezen voor een overbruggingspensioen.
Het is de bedoeling van de wetgever geweest dat de pensioenuitkering plus overbrugging voor de AOW-leeftijd gelijk is aan de pensioenuitkering plus AOW na de AOW-leeftijd. Dan heb je dus een maximum dat geldt per persoon. Conform de bedoeling van de wet mag je dus eenmaal per jaar € 26.184,- overbruggingspensioen krijgen.
Zeker wanneer een uitvoerder niet expliciet de keuze voor een overbruggingspensioen geeft, kan je onbedoeld meerdere overbruggingen kiezen. Ik spreek regelmatig mensen die een berekening maken in de portal van de pensioenuitvoerder en dan onbewust voor een overbruggingspensioen hebben gekozen. Zie bijvoorbeeld ABP, maar ook fondsen als PMT en PME doen hetzelfde. Je optimaliseert de uitkering door in de eerste jaren meer pensioen te krijgen. Maar niet duidelijk is hoe dat gebeurt en al helemaal niet duidelijk is dat je feitelijk voor een overbruggingspensioen kiest. Wanneer je dan meerdere pensioenen hebt, is een fout snel gemaakt.
Nu blijkt echter in de praktijk dat regels rondom de overbrugging door de Belastingdienst ruimer worden uitgelegd en dat een ‘stapeling van overbruggingspensioenen’ wordt toegestaan.
Lees ook:
5 dingen die jij nog niet wist over een overbruggingspensioen
Twijfel je?
Wanneer je twijfelt wat voor jou het beste is, vraag dan hulp aan een professional, zoals een pensioenadviseur. Zij kunnen samen met jouw kijken naar jouw totale pensioen van meerdere uitvoerders. Doe dit voordat jij je pensioen daadwerkelijk aanvraagt. Als het eenmaal is ingegaan, kun je niets meer wijzigen.
Foto: Mikael Blomkvist – Pexels.com
Jan van Harten is pensioenadviseur, financial planner en financial blogger. Hij adviseert mensen die met pensioen gaan of hier over nadenken. Hij begeleidt daarnaast ook ondernemingsraden bij pensioenvraagstukken en helpt werkgevers met het inrichten van pensioenregelingen.
bijnametpensioen.nl is een initiatief van Jan van Harten.
Beste Jan,
Dank voor deze duidelijke uitleg. Mag ik je in aanvulling hierop de volgende vraag stellen:
Je mag een maximaal overbruggingspensioen toch wel combineren met een overbruggingslijfrente?
Alvast bedankt voor je reactie.
Hartelijke groet,
Theo van Son
Theo, er gelden geen combinatie-regels voor pensioen en lijfrente in de uitkeringsfase. Voor beide gelden regels hoeveel het maximaal mag zijn. Maar je kunt dus kiezen voor een combinatie van beide. Zowel overbruggingspensioen als overbruggingslijfrente is dan toegestaan.
Beste Jan, dank voor de duidelijke waarschuwing, bij mijn vrouw ging dat vorig jaar bijna mis en moest ik haar pensioen aanvraag herroepen. Dus bij meerdere pensioenen kies je bij een van de fondsen voor de maximale overbrugging. Zijn er redenen om dat bij het ene of het andere fonds te doen? 2e vraag: kun je na de maximale overbrugging bij 1 fonds, nog wel bij alle fondsen om een hoog-laag constructie vragen?
Pensioen vervroegen gecombineerd met een overbrugging gebeurt op basis van factoren. Die factoren kunnen per fonds verschillen. Dus kijk naar de meest gunstige.
Daarnaast speelt de kans op indexatie een rol. Als je kunt kiezen dan zou ik het fonds met de laagste kans op indexatie kiezen.
En tenslotte de dekkingsgraad. Als een fonds een hoge dekkingsgraad heeft, kan dat gunstig uitpakken op het moment dat zij gaan invaren. Dus ook hier zou ik kiezen voor het fonds met de laagste dekkingsgraad.
Het kan dus zijn dat je op basis van deze drie uitgangspunten een lastige keuze krijgt, want het hoeft niet steeds dezelfde uitvoerder te zijn die het meest gunstig is.
En hou in de gaten, niet iedere uitvoerder biedt dezelfde mogelijkheden aan. Als de ene uitvoerder een lagere maximale overbrugging toestaat dan wettelijk is toegestaan, dan zou je kunnen kiezen voor de uitvoerder met de hoogste overbrugging.
Dat zijn goede suggesties Jan, dankjewel. Inmiddels heb ik al uit een andere blog van je begrepen dat hoog-laag los staat van de overbrugging en altijd aangevraagd kan worden. Nogmaals dank en groeten, Jan
Hoog laag mag je altijd kiezen, dat staat los van de overbrugging. Die mag je dus bij al je pensioenen kiezen.
Beste Jan,
Een vriendin heeft pensioen opgebouwd bij het ABP en PFZW. Zij wil haar pensioenen bij beide fondsen op haar 64e zo maximaal mogelijk in laten gaan (komt bij haar en haar partner beter uit). Op hun websites spreken beide fondsen over ‘hoger en lager‘ pensioen en niet over overbruggingspensioen. In jouw blog geef je aan:
‘Nu blijkt echter in de praktijk dat regels rondom de overbrugging door de Belastingdienst ruimer worden uitgelegd en dat een ‘stapeling van overbruggingspensioenen’ wordt toegestaan.’
Mag mijn vriendin hieruit opmaken dat zij volgens de Belastingdienst nu zowel bij het ABP als PFZW kan kiezen voor een zo maximaal mogelijke pensioenuitkering? Bij het ABP bestaat deze uit minimaal 2 maal de AOW en bij PFZW uit minimaal 1 maal de AOW.
Zo ja, is dit recent gewijzigd? In je vorige blogs schreef je dat het maximale overbruggingspensioen per persoon (en niet per uitvoerder) 2 maal de AOW is.
Ik vermoed dat dit bij veel bijna gepensioneerden van belang kan zijn.
Alvast bedankt voor je reactie.
Hartelijke groet,
Theo
Theo, dit klopt. Ik ben alleen niet 100% zeker. Ik kan me persoonlijk namelijk niet voorstellen dat dit echt de bedoeling is. Ik heb het voorgelegd aan de Belastingdienst, maar wacht nog altijd op een antwoord. Zodra ik een antwoord heb, zal ik daar uiteraard hier op deze website op terugkomen.