Sparen is belangrijk. Dat heb je waarschijnlijk heel je leven geleerd en toegepast. Maar wanneer je met pensioen gaat, dan verandert sparen. Het wordt besparen en ontsparen! En dat vraagt een andere mindset.
Je inkomen is bepaald
Wanneer je met pensioen bent dan is voor velen het inkomen (iets) lager dan wanneer je werkte. Maar ook de mogelijkheden om je inkomen te verhogen nadat je met pensioen bent gegaan, zijn beperkt. Waar je tijdens je werkzame leven nog kon profiteren van salarisverhogingen, promoties of een andere baan, is dat na je pensionering beperkt. Je inkomen is wat het is.
Besparen
Wanneer je pensioen niet helemaal toereikend blijkt te zijn, dan is van de twee keuzes besparen en ontsparen, besparen misschien wel de belangrijkste optie die je hebt. Je past je uitgaven aan naar wat je maandelijks binnenkrijgt. Besparen wordt het nieuwe sparen.
Lees ook:
Let op je uitgaven, 5 tips om te besparen
Ontsparen
Wanneer je een levenlang hebt gespaard, dan heb je wanneer je met pensioen gaat waarschijnlijk een spaarpot. Een belangrijke vraag is, wat ga je met die spaarpot doen? Sparen voor ‘later’ is niet meer nodig, want het is immers ‘later’. Tenzij je besluit je spaargeld te willen schenken of laten erven door een volgende generatie, is de tijd misschien aangebroken om je spaargeld te gaan aanspreken. Als aanvulling op je pensioen. Je gaat over van sparen naar ontsparen.
Wanneer je een spaarder bent, dan is het lastig om ineens te switchen naar een ontspaarder. Voor veel mensen voelt het tegennatuurlijk om hun spaargeld op te gaan maken. Wij zien dat vaak gebeuren en ik snap dat ook wel. Toch kan het na je pensionering noodzakelijk zijn om je spaargeld aan te spreken, vanuit het simpele feit dat je anders niet voldoende te besteden hebt.
Let op je buffer
Wanneer je gaat ontsparen is het wel belangrijk op je buffer te letten. Ook wanneer je met pensioen bent, kunnen er financiële tegenvallers optreden. Dus het hebben van een buffer blijft ook dan belangrijk. Alleen kan je buffer vaak iets kleiner zijn dan wanneer je nog werkte. Tijdens je werkzame leven houd je rekening met verschillende tegenvallers in je uitgaven, maar ook in je inkomen. Je kunt werkloos worden of arbeidsongeschikt, waardoor je inkomen aanzienlijk kan dalen. Dat soort tegenvallers heb je na pensionering niet meer, dus lijkt het logisch dat ook je buffer ook kleiner kan worden.
Je spaargeld wordt minder waard
Houd in je achterhoofd dat je spaargeld mogelijk steeds minder waard wordt. Er zijn drie factoren van invloed. Misschien gelden ze niet alledrie voor jou, maar de kans dat je met minimaal één van de drie factoren te maken hebt is groot.
- Negatieve rente: Wanneer je veel geld hebt gespaard, vaak boven de € 100.000,-, rekenen banken een negatieve rente. Je betaalt dus over je spaargeld, waardoor het steeds minder wordt.
- Box 3 heffing: Je spaargeld is (boven een bepaalde vrijstelling) belast. Je betaalt dus ieder jaar belasting over je spaargeld.
- Inflatie: Door inflatie wordt alles duurder. En voor je spaargeld betekent dat, dat je dus steeds iets minder kunt kopen voor hetzelfde geld.
Wat is jouw belangrijkste optie geworden na je pensioen? Ben je een bespaarder of een ontspaarder?
Foto: Marcus Aurelius op Pexels
Jan van Harten is pensioenadviseur, financieel planner en financieel blogger. Hij adviseert mensen die met pensioen gaan of hier over nadenken. Hij begeleidt daarnaast ook ondernemingsraden bij pensioenvraagstukken en helpt werkgevers met het inrichten van pensioenregelingen.
bijnametpensioen.nl is bedacht en uitgewerkt door Jan van Harten