Stijging AOW-bedragen 2023 – een uitleg

Waarom stijgt de AOW per januari 2023 niet met 10,15%? Het minimumloon stijgt met 10,15% en de AOW is gekoppeld aan het minimumloon. Dus hoe zit dit? Want de bruto AOW is met 6,53% gestegen en de netto AOW met 6,61%? Hoe kan dat? In deze blog leg ik de stijging AOW-bedragen 2023 uit.

Inkomensondersteuning AOW

Dat de AOW minder hard stijgt dan het minimumloon heeft meerdere oorzaken. Het grootste effect is de inkomensondersteuning AOW, ook wel IOAOW genaamd. Deze was vorig jaar € 26,38 per maand en is verlaagd naar 5,- per maand. Als je 10,15% er bij had willen krijgen, dan had deze IOAOW dus naar ruim € 29,- moeten stijgen. Maar hij is niet gestegen maar gedaald naar € 5,-.

Maar dan nog is de verhoging geen 10,15%

Als je dit niet meeneemt, dan is de stijging van de AOW-bedragen 2023 niet precies 10,15% maar 9,13%. Hoe dat komt zal ik in een aantal stappen uitleggen.

De AOW is gekoppeld aan het netto minimumloon

De AOW is gekoppeld aan het netto minimumloon. En niet aan het bruto minimumloon. Het bruto minimumloon is per 1 januari 2023 met 10,15% gestegen ten opzichte van juli 2022. Maar het netto minimumloon voor de berekening van de AOW stijgt dus met een ander percentage.

AOW en minimumloon stijgen niet met hetzelfde percentage

De stijging van de AOW-bedragen 2023 is niet exact gelijk aan de stijging van het minimumloon.De verhoging van zowel het bruto als het netto minimumloon is niet direct met hetzelfde percentage als het bruto en netto AOW-bedragen. De berekening gaat via een aantal tussenstappen. En bij die tussenstappen ontstaan verschillen door verschillen in de belastingtarieven en heffingskortingen in de berekening.

De omrekening maakt de overheid op basis van de onderstaande rekenmethodiek.

Omrekening naar een bruto AOW

  1. De basis is het bruto minimumloon. Zoals gezegd is die 10,15% hoger dan in juli 2022.
  2. Dan wordt het bruto minimumloon omgerekend naar netto. Deze omrekening gebeurt op basis van rekenregels zoals die zijn opgenomen in de wet (Algemene Ouderdomswet artikel 9). Daarbij wordt rekening gehouden met de loonbelasting voor iemand die nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt. Op de te betalen belasting wordt een heffingskorting in mindering gebracht. De heffingskorting is op basis van twee keer de algemene heffingskorting en geen arbeidskorting. Het uitgangspunt is dus niet het werkelijke netto minimumloon, maar een afgeleide daarvan. Ze noemen dit het referentie minimumloon.
  3. Van dit netto bedrag wordt vervolgens de netto AOW afgeleid. 50% voor iemand met een partner en 70% voor iemand zonder partner.
  4. Bij het netto bedrag wordt belasting opgeteld om tot een bruto maandbedrag te komen. De belasting die erbij wordt opgeteld is de loonbelasting voor een AOW-gerechtigde (laag tarief) rekening houdend met de algemene heffingskorting en de bijdrage zorgverzekeringswet.
  5. Dat bruto bedrag wordt vervolgens weer netto gemaakt door weer rekening te houden met de heffingen, maar nu ook nog met de ouderen- en alleenstaanden ouderenkorting.

Koppeling AOW en minimumloon

Er is een koppeling tussen de AOW en het minimumloon. Het was de bedoeling om deze koppeling los te laten. Maar later is het kabinet hier toch op terug gekomen. Het goede nieuws is dus dat deze koppeling er nog steeds is.

De les van deze uitleg kan zijn dat die koppeling nooit tot een exact gelijke stijging gaat leiden. Daarnaast speelt nu de eenmalige grote verlaging van de IOAOW. Het is de bedoeling dat deze in 2025 helemaal verdwijnt. Dus hou nog één maal rekening met een iets minder grote stijging van de AOW per januari 2025. Voor alle overige periodes kun je gewoon uitgegaan van de stijging van het minimumloon, zij het met een kleine correctie.

Waarom deze uitleg?

Wij hebben heel veel vragen gekregen over de stijging. En dat verdient een verklaring. Op meerdere plekken kun je een verklaring vinden. Maar dat is steeds een deel van de verklaring. In deze blog geef ik een volledige uitleg. Hier en daar wat technisch. Maar wel volledig!

Kom je er zelf niet uit?

Wanneer je met pensioen gaat, spelen er veel financiële vragen. Wanneer je niet alles overziet, dan kan dat onrust geven. En dat is geen prettige basis om beslissingen te nemen. Wij duiken graag diep de materie in om mensen te helpen. Ons doel daarbij is niet om jou pensioenspecialist te maken. Ons doel is om mensen in staat te stellen om goed gefundeerde beslissingen te nemen en hun eigen financiële situatie te begrijpen.

Foto: Tirachard Kumtanom op Pexels

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

5 reacties

  1. Netto AOW voor echtpaar per 1-1-2023 is €. 920,98 p.p. excl. vak. geld.
    In de ‘vooraankondiging betalingen ING’ staat dat op 23 juni 2023 een netto bedrag van €. 1.727,76 voor een echtpaar gestort gaat worden.
    Wat is er aan de hand
    * Waarom niet gewoon het gebruikelijke bedrag per persoon?
    * Verschil tussen 2 x €. 920,98 (= €. 1.841,96) minus €. 1.726,76 is maar liefst €. 114,20.
    Gaan Rutten en Kaag daarvan samen de horlepiep dansen in den Haag??

  2. Deze regering helpt heel Nederland naar de kloten. Steeds de ouderen hun geld aftroggelen. Bedrijven aan het buitenland verkopen. Brandstoffen steeds duurder maken. Boerenbedrijven uitkopen. Straks kunnen we groenten en vlees uit het buitenland kopen, weer meer geld uit je portemonnee. Pensioenen veranderen komt alleen de banken en de pensioenfondsen goed uit. Rekening rijden kost de bezitter van de auto weer meer geld. Het is te triest voor woorden. Wat een k-t land.

  3. Wanneer zullen de ouderen rechtvaardige AOW ontvangen de regering wist al jaren dat er meer ouderen komen en ouder worden wel altijd heelveel geld voor klimaat en nu ook nog de hoofdprijs voor gas wat is dit voor beleid.