Inkomensmiddeling en pensioen – een uitleg

Wanneer je wisselende inkomsten hebt, kun je over 2024 voor het laatst nog gebruik maken van inkomensmiddeling. In de periode dat je met pensioen gaat, heb je zeer waarschijnlijk ook te maken met een wisseling in je bruto inkomen. Inkomensmiddeling en pensioen kan je mogelijk een flink belastingvoordeel opleveren. In deze blog leg ik uit hoe inkomensmiddeling in het algemeen werkt en ga ik ook in op de specifieke situatie van inkomensmiddeling en pensioen.

Inkomensmiddeling

Wij betalen in Nederland belasting volgens een progressief schijventarief. Dat wil zeggen dat je over het eerste deel van je inkomen een lager percentage belasting betaalt, dan over het hogere deel van je inkomen.

In 2024 betaal je tot een inkomen van € 75.518,- een tarief van 36,97%. Het inkomen boven dit grensbedrag is belast met 49,5%. In jaren dat je een hoog inkomen hebt, betaal je dus mogelijk een hoger percentage belasting dan in de jaren waarin je een lager inkomen hebt. 

Als dat het geval is bij jou mag je het inkomen van 3 jaren middelen, waardoor je gemiddeld minder belasting betaalt.  

Einde per 2024

Inkomensmiddeling gaat helaas verdwijnen. De motivatie van het kabinet was dat er te weinig gebruik van werd gemaakt en dat om die reden het wel kan vervallen. Het laatste tijdvak waarover je nog mag middelen is 2022, 2023 en 2024. Daarna mogen de jaren niet meer in de middeling worden betrokken. Meer hierover lees je in deze blog.

Rekenvoorbeeld

Iemand gaat vervroegd met pensioen per 2024. In 2022 en 2023 heeft diegene nog een hoog inkomen, maar doordat in 2024 het pensioen ingaat daalt het inkomen. Deze persoon heeft de volgende inkomsten en belasting.

JaarInkomenBelasting
2022       80.000         30.912
2023       82.000         31.404
2024       30.000        11.091
Totaal         73.407

Als je uitgaat van inkomensmiddeling over de jaren van werken en pensioen kun je uitgaan van een gemiddeld inkomen. Het gemiddelde inkomen van deze persoon bedraagt dan € 64.000,-. Als ik over dit gemiddelde inkomen de belasting bereken, dan ziet dat er als volgt uit:

JaarInkomenBelasting
2022       64.000        23.724
2023       64.000        23.635
2024       64.000        23.660
Totaal         71.019

Door gebruik te maken van middeling ontstaat een verschil van € 2.388,-. Voor inkomensmiddeling geldt een teruggavedrempel van € 545,-. De persoon uit ons voorbeeld kan 1.843,- terugvragen.

Hoe werkt het?

Je maakt zoals ik in bovenstaand voorbeeld heb gedaan een berekening van de te betalen belasting. Wanneer uit jouw berekening blijkt dat je recht hebt op teruggave kun je dit formulier invullen en opsturen naar de Belastingdienst. Die berekening die je hebt gemaakt is om vast te stellen of je recht hebt op teruggave en is voor je eigen administratie. Die hoef je niet mee te sturen. De Belastingdienst rekent jouw middeling zelf opnieuw uit.

Inkomensmiddeling en pensioen

Wanneer je met pensioen gaat, dan heb je zeer waarschijnlijk te maken met een daling van je bruto inkomen. Het is dus goed mogelijk dat je door gebruik te maken van middeling nog extra belasting kunt terugvragen.

Wanneer je de AOW-leeftijd hebt bereikt kom je in een ander belastingtarief. Dan betaal je het AOW-tarief. Als in de middelingsperiode het jaar valt waarin jij de AOW-leeftijd bereikt, moet je een berekening maken alsof je de hele periode nog in het tarief valt dat gold vóór de AOW-leeftijd.

Inkomensmiddeling wanneer aanvragen?

Je kunt inkomensmiddeling aanvragen nadat je over je aangifte inkomstenbelasting een definitieve aanslag hebt gekregen. In het voorbeeld ga ik uit van een persoon die middeling aanvraagt over 2022, 2023 en 2024. De middeling kan worden aangevraagd als alle aanslagen definitief zijn. De aangifte 2024 wordt gedaan begin 2025. De aanslag over 2025 is dan ergens rond juli 2025 definitief. Daarna kan inkomensmiddeling worden aangevraagd.

Foto: Michael Burrows – Pexels.com

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

11 reacties

    1. Gerrit, ik kan je daar helaas geen antwoord op geven. Dat valt buiten mijn expertise. Ik adviseer je contact op te nemen met je/een accountant

  1. een goedendag.
    Mijn wens is om de 3 jaar van AOW vervroeging gebruik te maken.
    echter bespeur ik alleen maar de bruto bedragen en ik zou gaarne een netto bedrag willen zien.
    wetende dat er een loonheffing en ZWV van de maandelijkse bedrag van nu 1767,oo is vermindert wordt.
    welk bedrag houd men netto over als alleenstaand.
    mijn dank.

    mvg van Dijk Johan

  2. Geachte
    Ik had een vraag over RVU regeling,laat ik per november 2023 ingaan.
    Ik laat loonheffingkorting toepassen op mijn RVU ,en 40 procent inhouden op mijn pensioen voor een jaar,november2024, dan ben ik 67.
    Nou hoorde ik van de belastingdienst ,dat van je ,40 procent wat je inleverd er weer belasting over moet betalen.
    Zij ,zeggen een 2de inkomen,is dat zo ?
    Met vriendelijke groet .Peet

  3. Beste Jan,
    In dit voorbeeld wordt uitgegaan van de aanname dat je in het jaar dat je aow/pensioen ontvangt minder inkomen hebt dan in de gewerkte jaren. Bij ons zal dat niet het geval zijn, omdat mijn man doorwerkt na zijn pensionering. Met het pensioen, aow, werkgever (eerste deel 2023) en nieuwe werkgever (uitzendbureau, tweede deel 2023) hebben wij nu in 2023 een voor ons doen extreem hoog inkomen. Volgend jaar zal dat een stuk lager zijn omdat mijn man dan stopt met werken (juni 2024) en ik vanaf die datum (nu geen inkomen, behalve uitkering alg. heffingskorting) ook AOW ga krijgen. Dan zakt het inkomen weer (fors) De vraag is of deze middelingsregeling in dat geval ook fiscaal aantrekkelijk kan zijn?

    1. In een jaar waarin je een ‘extreem’ hoog inkomen hebt, kan middeling heel aantrekkelijk zijn. Middeling levert vaak een voordeel op als je inkomen wisselt. Dus van hoog naar laag, of zoals in jullie geval van laag naar hoog. Alleen hou daarbij in de gaten dat het alleen een voordeel oplevert, wanneer je van belastingschijf verandert. Dus niet iedere wisseling van inkomen zorgt voor een voordeel.

  4. Beste Jan, Mijn partner krijgt op 24-7-2023 AOW/pens. dit is van 24-7 t/m 31-12-2023 is €8089,-.Van 1-1-2020 t/m 23-7-2023 heeft zij GÈÈN inkomen. Wel Partnertoeslag t/m 23-7-2023. Ík heb vanaf 2013 AOW. In de aanslag IB/PVV 2023 betaalt zij 2x IB/PVV premies?. van1-1- tot 1-7-23: IB= 180/360×9,28%x€8089 =€375,- en PVV=180/360×27,68%??x€8089=€1120,-???. Van 24-7t/m31-12-23 betaald zij: IB=180/360x 9,28%x €8089=€375,- en PVV=180/360×9,75%x€8089=€394,-. Vraag 1: Mag een en hetzelfde inkomen (€8089,-) in een en hetzelfde jaar 2 KEER belast worden? Vraag 2: Als er GEÉN inkomen is (2020 t/m 23-7-2023), dan mogen ook geen premies geheven worden, toch? Volgens mij scheelt dit +/- € 1700,- , die niet aan haar, volgens mijn hoge IB/PVV afdrachten, uitgekeerd wordt. Tijdsevenredig geldt alleen bij inkomen VÓÓR ÉN NÁ de AOW-ingang. Dit is pure discriminatie van vrouwen tov. mannen.

    1. @bert nicolai:
      Uw reactie hoort mijns inziens meer thuis bij de blogs die gaan over het jaar waarin de aow leeftijd bereikt wordt, aow en heffingskorting, heffingskorting niet werkende partner. Wanneer u op deze site in het zoekvenster zoekt op b.v. “aow”of “heffingskorting” komt u relevante blogs tegen.
      In deze blog: https://bijnametpensioen.nl/belasting-in-het-jaar-dat-je-aow-krijgt/
      heeft u in oktober 2024 al eens een reactie geplaatst.
      Als leek zal ik trachten uw vragen enigszins te beantwoorden, doch rondstruinen door de reacties op de genoemde blogs kan ook helpen om een beeld te vormen.

      Volgens de website van de belastingdienst is het tarief van schijf 1 in box 1 in 2023:
      9,28 IB + 27,65PVV=36,93% jonger dan aow leeftijd
      9,28 IB + 9,75PVV=19,3% vanaf aow leeftijd
      Wanneer je in 2023 de aow leeftijd bereikt dan is het gecombineerde IB/PVV tarief afhankelijk van de maand waarin je de aow leeftijd bereikt. In uw geval is dat juli. Het tarief wordt dan 6 maanden hoge tarief en 6 maanden het lage tarief geeft gemiddeld 6/12*36,93+6/12*19,3=27,98%
      Het gehele jaarinkomen wordt dan belast met 27,98%. Het maakt niet uit of het gehele jaarinkomen in januari binnengekomen is of het hele jaarinkomen in november binnengekomen is of het hele jaarinkomen verspreid over meerdere maanden is binnengekomen. De belastingdienst kijkt naar het gehele jaarinkomen ongeacht het moment in het kalenderjaar waarop u het ontvangen heeft. De bruto IB/PVV in uw situatie is derhalve 27,98% van € 8089 = € 2263.
      Hiervan gaan natuurlijk de algemene heffingskorting (AHK) en de ouderenkorting (OK) vanaf.
      De AHK voor iemand jonger dan de aow leeftijd was in 2023 € 3070 en voor iemand vanaf de aow leeftijd € 1583 (beiden tot een belastbaar inkomen van € 22661)
      Omdat in juli de aow leeftijd bereikt is wordt de AHK naar rato en dus 6/12*3070+6/12*1583=€ 2326. (op een andere manier uitgerekend is 27,98/36,93*3070=2326).
      De OK was in 2023 € 1835 (tot 40889 inkomen) ongeacht de datum waarop de aow leeftijd bereikt wordt. Het meetpunt is 31/12 van het desbetreffende kalenderjaar.
      De netto IB/PVV wordt dan 2263(bruto IB/PVV)-/-2326(AHK)-/-1835(OK)=nihil. Immers de gecombineerde heffingskorting (2326+1835=4161) kan nooit hoger zijn dan de te betalen IB/PVV. Ergo in dit geval wordt de aanslag nihil. Het niet gebruikte deel van de AHK en OK worden niet uitbetaald.
      Hopelijk is uw vraag van oktober 2024 hiermee enigszins beantwoord.

      Vraag 1 in uw reactie: er wordt dus niet 2x belast. Er wordt belast tegen een aangepast tarief.

      In de jaren voor 2023 zal uw vrouw wellicht de ahk uitbetaald hebben gekregen omdat u voldoende belasting betaalde. (u krijgt de toeslag niet, uw vrouw ontvangt haar ahk omdat u voldoende belasting betaalt). In het, voor haar, bijzondere jaar 2023 zou je verwachten dat ze nog t/m juni in aanmerking kwam voor uitbetaling van de ahk (6/12*3070). Mogelijk heeft ze die daadwerkelijk ontvangen en zo ja dan heeft ze die misschien wel/niet (gedeeltelijk) moeten terugbetalen. In de diverse blogs is hieromtrent gediscussieerd maar tot op heden nog geen eenduidigheid. Mijn vrouw zit dit jaar in deze situatie (heeft in maart de aow leeftijd bereikt). Ze heeft in januari en februari de ahk uitbetaald gekregen 2/12*3068. Ik ben benieuwd wat de uitkomst gaat worden bij de definitieve aanslag over 2025.

      uw vraag 2 begrijp ik niet. Wanneer er geen inkomen is wordt er natuurlijk ook geen IB/PVV geheven. Geen inkomen is dus geen belasting betalen en geen belasting ontvangen. Er is ooit een keer bedacht vanuit de tijd dat de ene partner inkomen heeft en derhalve dus ook AHK en de andere partner geen inkomen en dus ook geen AHK (immers korting op € 0 te belasting gaat niet) dat dat anders moest. De gekozen vorm is dat wanneer de meestverdienende partner voldoende belasting betaalt de minstverdienende partner (niet werkende partner) haar AHK (aanrechtsubsidie) uitbetaald kon krijgen. Inmiddels is er nauwelijks meer sprake van een éénverdiener in een gezin en is deze uitbetalingsmogelijkheid van de ahk aan de minstverdienende partner afgebouwd. Alleen mensen geboren voor 1/1/1963 komen nog in aanmerking voor uitbetaling van de ahk als ze aan de voorwaarden voldoen. Over een paar jaar zijn ook deze mensen aow gerechtigd en houdt deze regeling vanzelf op te bestaan. Immers vanaf aow leeftijd ontvang je aow (en mogelijk pensioen) en wordt de eigen heffingskorting daarin verrekend. Het maakt niet uit of de andere partner veel of weinig inkomen heeft. Beide partners hebben ieder hun eigen heffingskortingen en vervalt de overdrachtsmogelijkheid. In heel specifieke gevallen (denk aan iemand heeft aow en tevens een (enorm) verlies uit eigen onderneming waardoor deze persoon heel weinig belasting betaalt en derhalve de eigen ahk niet geheel kan verrekenen kan het gebeuren dat het niet gebruikte deel van de eigen ahk uitbetaald wordt mits de andere partner voldoende belasting betaalt).